40 JAREN IN DE BEDIENING
Pastor Sila Wong Swie San-Lachman
1 Cor.15:10
‘Maar door de genade Gods ben ik
wat ik ben en Zijn genade aan mij
is niet tevergeefs geweest.......’
Op 22 oktober 1947 wordt Hortence
Soecila Prabhoede Lachman geboren
als oudste dochter uit het gezin van
Daan Lachman, een banketbakker en
zijn vrouw Wies. Er zijn zes jongens
en twee meisjes.
In november 1961 trekt de Evangelist
Karel Hoekendijk in Paramaribo enorme
menigten met zijn evangelisatiebood-
schap. Vóór de diensten in de schouw-
burg Thalia beginnen, staan de mensen
vaak al uren voor de gesloten poort te
dringen. De veertienjarige Sila bezoekt
de evangelisatie campagne in Thalia. De tekst uit Hebreeen 13:8 wordt voorgelezen: “ Jezus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid.” De boodschap dat Jezus vandaag leeft en haar liefheeft, is voor Sila volkomen nieuw. Zij neemt dezelfde avond radikaal het besluit om de Heer Jezus te volgen door het leven. Niet lang daarna wordt Sila, tijdens een dienst in het IPV gebouw, vervuld met de Heilige Geest. Zij spreekt in nieuwe tongen en getuigt net als vele andere nieuwe bekeerlingen onophoudelijk van haar Heer en Heiland.
Vele zieken worden tijdens de diensten in
Thalia genezen. Sila’s moeder Wies, wordt
genezen van een struma, waaraan ze ge-
opereerd had moeten worden, en haar va-
der Daan Lachman komt ook radikaal tot
levend geloof in Jezus Christus. Haar ou-
ders, jongere zus en broers komen allen
tot bekering. De evangelische beweging
groeit enorm. De traditionele kerken vinden
het maar niets en er breekt veel kritiek los.
Zij zetten de regering onder druk en Karel
Hoekendijk en diens zoon Frans worden
het land uitgezet. Meer dan zevenhonderd
mensen zijn door onderdompeling in het
zwembad Parima gedoopt, nadat zij de
Here Jezus als Redder en Verlosser hebben aangenomen. Frans en Yvonne Hoekendijk
wijken uit naar het toenmalige Brits
Guyana, om van daaruit de gelovigen in
Suriname te kunnen helpen. De enthousiaste Sila Lachman is onder de eersten, die zich in de Corantijn rivier door hen laten dopen. De jonge gelovige Lachmans komen thuis dagelijks spontaan bij elkaar voor gebed en bijbelstudies. Het is tijd van echte opwekking. Vader Lachman wordt gebruikt als herder en apostel van de Gemeente Stromen van Kracht.
Sila rondt haar MULO opleiding succesvol af. Daarna werkt zij bij de Hakrinbank. Daarnaast is en bijft ze actief in de Stromen van Kracht beweging, die inmiddels een gemeente is geworden.
Wanneer Sila – vurig voor de Heer -16 jaar
oud is, vragen Karel Hoekendijk en zijn team
haar om hun evangelisatieteam te verster-
ken. Dit team bestaat o.a. uit Kees en Fieke
Goedhart, Betty Littooy (later gehuwd De
Guise), Peter en Else Vlug, Frans en Yvonne
Hoekendijk en Cock en Wilma Huisman. Zij
bezoeken samen de eilanden Sint Lucia en
Sint Vincent. Iedereen wordt geraakt door
het getuigenis van het tengere hindoe-
staanse meisje uit Suriname. Sila, verlegen,
maar vertederend op haar grote gitaar, zingt
liedjes en getuigt onophoudelijk over Jezus,
de Helper in nood.
Ook op de eilanden komen velen tot bekering.
Op achttienjarige leeftijd reist Sila voor een jaar af naar Nederland, om verder door Broeder en Zuster Hoekendijk getraind te worden voor het zendingswerk. Op 1 oktober 1966, tijdens de conferentie van Stromen van Kracht in Utrecht, wordt Sila samen met vijf andere werkers ingewijd en aangesteld als zendeling. Ze keert vol vuur terug naar Suriname.
Haar vader evangeliseert met zijn gezin en gemeenteleden onvermoeid in de distrikten en op de straten van Paramaribo.
Het is tijdens een straatsamenkomst in de Domineestraat tegenover Kersten,
dat een jongeman, genaamd Roy Wong Swie San, geboeid blijft staan bij de
straatevangelisatiegroep. Als de prediker
een oproep doet tot bekering, knielt Roy
openlijk neer. Het lijkt allemaal op een
grapje van de jongeman met de grote
Elvis kuif, maar bij de eerstvolgende
kerkdienst geeft Roy werkelijk acte de
presence.
Het duurt niet lang of de liefde bloeit op
tussen hem en de oudste dochter van de
voorganger. Zij verloven zich in 1968 en
op 14 juni 1969 stappen zij samen in het
huwelijksbootje.
Roy en Sila Wong Swie San evangeliseren
samen op Koewarasan en in Lelydorp. Roy
ontwikkelt zich als een vurige spreker en
Sila leidt de zangdiensten op de gitaar of,
nu steeds vaker, de accordeon.
De woelige jaren voor de onafhankelijkheid breken aan. Roy wil in Nederland studeren. In 1972 emigreert het jonge gezinnetje naar Nederland; Roy en Sila hebben intussen een dochtertje, genaamd Gloria.
In Nederland vestigen zij zich in Dordrecht en geven leiding aan de jeugd in een evangelische gemeente. In hun buurtwijk houden zij ook samenkomsten in een ontmoetingscentrum. Samen met bevriende broeders helpen zij bij de oprichting van Gemeente Nehemia in Zwijndrecht. Roy ontwerpt het gemeentegebouw.
Niet lang na Gloria, wordt Jennifer geboren. De Heer zegent het paar verder met een zoon Stephen en daarna volgt Jonathan. Roy heeft een goede baan in Nederland en ze hebben een eigen huis. Sila’s ouders en zus zijn intussen ook naar Nederland geemigreerd, en het is fijn om familie dichtbij te hebben, maar Suriname blijft trekken aan Roy’s hart.
Het paar besluit terug te keren naar hun geboorteland. Zij vertrekken in juli 1982 naar Suriname. Voorlopig vinden zij onderdak in het huis van Sila’s nicht Sylvie en wijlen haar man Oedho Lalla. Roy krijgt een baan aangeboden bij de overheid.
Samen gaan zij dienen in de gemeente Stromen van Kracht. In 1985 wordt het voorgangerschap van deze gemeente op Roy overgedragen.
Door Gods voorziening heeft de familie de titel kunnen krijgen op een groot stuk grond in Santopolder. Er staat een vervallen woning op. Voor de rest is het landgoed 14 hectare oerwoud. Roy wil er graag een boerderij opzetten. Er wordt een kippenhok gebouwd en een eendenvijver. Er komen koeien en een kudde geitjes.
Sila, die intussen haar vijfde spruit, Tirza, ter wereld heeft gebracht, droomt echter van een evangelisch centrum en een kudde van geestelijke schapen.
De veestapel wordt na verloop van tijd, onder meer door gebrek aan tijd en mankracht, opgedoekt. Uit het kinderwerk van Sila en Gloria is een kleine gemeente ontstaan, die elke zondagmiddag samenkomt aan huis bij de Wong Swie Sans. Stichting Lob’ Makandra wordt opgericht door Roy en Sila.
Stichting “In de Ruimte” te Kwatta biedt onderdak aan meer dan twintig lichamelijk gehandicapten in hun veel te kleine woning. Er wordt hun ruimte geboden op het Evangelisch Centrum Lob’ Makandra.
De gemeente te Lob’ Makandra groeit en vraagt meer aandacht. Aangezien er in Stromen van Kracht vervangers zijn, draagt Roy zijn voorgangerschap over, om zich geheel te wijden aan de jonge pioniersgemeente te Santopolder.
In 1994 wordt het nieuwe kerkge-
bouw, dat Roy zelf heeft ontworpen
en gebouwd, ingewijd. De gemeente
Lob’ Makandra blijft groeien. Roy en
Sila zetten zich samen in; Roy meer
als bouwer en prachtisch ingestelde.
Sila wijdt zich aan de zorg voor de
gemeente. Op 4 juni 2005 wordt Sila
daarom officieel ingewijd als voor-
gangster van de Volle Evangelie
Gemeente Lob’ Makandra.
Lob’ Makandra is in christelijk Suri-
name reeds een begrip. Het landgoed
Lob’ Makandra wordt kerkbreed ge-
bruikt voor kinderkampen, semi-
nars, catechisatieweekenden etc.
Er staat inmiddels een opvanghuis
met therapie zwembad en school
voor lichamelijk gehandicapten. Er
wordt gebouwd aan een buurthuis voor kinderopvang en huiswerkbegeleiding. Het is duidelijk dat de Heer altijd rijkelijk heeft voorzien.
Pastor Sila’s leven is een getuigenis van Gods voorzienende liefde en grenzeloze trouw. Sila Wong Swie San-Lachman is heden, door de genade en kracht van de Here Jezus Christus:
voorgangster van VEG Lob’ Makandra,
bestuurslid van Huize In de Ruimte,
bestuurslid van kinderwerk Stichting Weid Mijn Lammeren
en direktrice c.q. oprichtster van Evangelisch Centrum Lob’ Makandra.
Jan Kool - Sila Wong Swie San