|
HOME > SISTERS SHARE > GI M' TORI - VERTEL EENS... > Met Margot naar Zimbabwe < U bent hier
MET
MARGOT NAAR ZIMBABWE
Margot Pickering is van geboorte Nickeriaanse. Ze is
de zuster van de Kerkipasi webmaster, Lilian Neede-Pickering. Margot is
degene die haar, toen ze tiener was, naar de kerk meenam, waar ze haar leven
aan de Here Jezus toewijdde.
Als kind al droomde Margot van verre reizen over de
wereld. Door Gods genade mocht ze die dromen verwezenlijkt zien, zelfs toen zij
niet zoveel tijd meer had voor God. Na dertig jaren lang haar eigen weg te zijn
gegaan, moestze toegeven, dat ze alleen niet verder kon en in au- gustus
2005 bracht de Goede Herder haar terug in Zijn schaapskooi. Ze bezoekt nu de
diensten in de Gemeente Maranatha in Amsterdam.
Margot heeft een jaar op Curaçao gewoond en gewerkt.
In 1972 vertrok ze naar Nederland, waar ze in het onderwijs gewerkt heeft en
sindsdien woont. Als goede Surinaamse blijft ze natuurlijk met vakantie naar
Suriname komen. Ze is o. m. door Schotland en Ierland getrokken, heeft
Indonesië en verscheidene Afrikaanse landen bezocht en ook een tour gemaakt
door de Verenigde Staten van Amerika. Vaak gaat ze er in haar eentje
naartoe, soms met Kees, een goede reisvriend, of met Myron, haar oudste zoon.
Margot houdt van Afrika; ze keert er steeds weerterug en heeft er nu vele
vrienden. Ze kleedt zich het liefst op zijn Afrikaans, kan heerlijk Afrikaans
koken en houdt van Afrikaanse dansen.
Jarenlang heeft ze vrijwilligerswerk gedaan onder
vluchtelingen, andere migranten en ook autochtonen in Nederland. Ze leerde hen
fietsen, hielp met de aanpassing aan dat nieuwe koude land, begeleidde
vakanties etc. Je kunt niet met Margot de stad Utrecht of Nieuwegein ingaan,
zonder dat een Marokkaan, Soedanees,Tunesier, Eritreer, Burundeesof
andere haar ziet en vrolijk “Mar-GOOOO!” roepend, een praatje begint.
Nu doet ze het wat rustiger aan, maar op de lijst
van dingen die ze graag doet, staan reizen en in contact komen met andere
culturen nog steeds bovenaan.
KERKIPASI biedt u, met toestemming van Margot, als vervolgserie een verslag aan
van haar reis naar Zimbabwe in 2007, om daar de bruiloft bij te wonen van
Oliver en Daisy, een Zimbabwaans paar. Met het publiceren van haar reisverslag wil Margot
fondsen werven voor een irrigatieproject in Zimbabwe. U kunt (in Nederland) uw
bijdrage storten op giro 9681502 t.n.v. M. L. Pickering te Nieuwegein o.v.v. Mango
irrigatieproject.
Elke zaterdag wordt het verslag vervolgd.
VAKANTIE IN ZIMBABWE 27/7 - 24/8/2007
Een reisverslag van Margot Pickering
Voor de inwoners van Shurugwi
Bijna een
jaar geleden berichtte Daisy mij dat ze in het huwelijk zou gaan treden met
Oliver. Ze vroeg daarbij om adresgegevens van kennissen hier in Nederland.
Toen in 1994
de stedenband tussen Nieuwegein en Rundu, een stad in Namibië, werd opgericht,
ging dat gepaard met de oprichting van een vrouwenwerkgroep, hier en in Rundu. Een
groep vrouwen waar ik deel van uitmaakte correspondeerde sindsdien met
seksegenoten in Rundu, onder wie Daisy .
In 1998
logeerde ik tijdens mijn vakantie in Namibië bij haar. Twee keer is zij in het
kader van de stedenband in Nieuwegein geweest en heeft onder meer bij mij
gelogeerd. Na meerdere perioden van stilte, wisten we elkaar altijd weer te
vinden.
Ik was dan
ook verguld met de uitnodiging voor haar bruiloft, die in Zimbabwe zou
plaatsvinden. Zij en Oliver zijn namelijk Zimbabwanen.
Door Gods
genade heb ik dit kunnen realiseren. Mijn dagboekverslag wil ik graag met
anderen delen.
De opbrengst is bestemd
voor het Mango irrigatieproject in het dorp Shurugwi.
Vrijdag 27/7 Klokslag 15.00 uur haalt Truus mij op. Ik moet
om 19.05 uur vertrekken. Met enige vertraging arriveer ik in Londen waar het
rennen geblazen is om de aansluitende vlucht naar Johannesburg te halen. Het is
een geluk dat ik trouw naar de sportschool ga, want de afstanden zijn groot en
dat vereist een behoorlijke conditie, zeker als je moet hollen.
Zaterdag 28/7
Johannesburg, 3° C. Weer vertraging. Wat
problemen met de transportband, heb ik begrepen. Bij aankomst in Harare is de
bagage dus niet meegekomen. Ik hoop dat die niet al in Londen is achtergebleven. Een lange rij passagiers moet de verloren bagage laten
registreren. De afhalers wachten al uren. Op goed geluk zet ik mijn mobiele
telefoon aan en wa- rempel, hij vindt een netwerk. Voorlopig maar niet denken aan
de rekening als ik terug ben in Nederland. Ik bel Agnes, de zus van Daisy en
mijn gastvrouw. Daarna hebben we regel- Agnes, Daisy's zus matig sms-contact. Ik moet uitkijken naar
haar echtgenoot Gilbert, een Rasta met gekleurde muts.
Het ziet
ernaar uit dat het heel lang zal duren, want er zit nauwelijks beweging in de
lange rij. Ik vraag om hun adres, zodat ik op eigen gelegenheid naar hen toe kan
gaan, maar daar willen ze niets van weten. Ze zenden assistentie, een vriend
die op de luchthaven werkt. Die kan mij echter niet vin- den. Logisch, hij kijkt
uit naar een blanke vrouw uit Nederland. Ha ha ha. Eindelijk kunnen we elkaar begroeten. Het zijn schatten van mensen. Takudzwa(2)
en ik sluiten elkaar meteen in het hart en Gilbert, mijn gastheer de komende tijd is ze
onafscheidelijk van me. De bagage zal met het vliegtuig van 21.00 uur komen.
Daarna kunnen wij bellen.
Uiteraard hebben ze lekker voor me gekookt en hoewel ik verza- digd ben van al
die maaltijden in de diverse vliegtuigen, eet ik met smaak en geniet van een
goede nachtrust.
Zondag 29/7 Agnes heeft
gebeld naar de luchthaven toen ik al sliep, maar kreeg geen informatie. Nu
wordt de telefoon niet beantwoord.
Gilbert is gisteravond vertrokken naar een begrafenis en keert vandaag terug.
Agnes en ik zullen hem op weg naar de lucht- haven ontmoeten. Takudzwa en Tanaka
Gekleed in een geleend T-shirt neem ik een kijkje in de kerk aan de overkant,
waar net een dienst gaande is, en swing ik mee op de heerlijke zang.
We treffen Gilbert en zijn broer en gaan naar de luchthaven. Hoera, de bagage
is er!
Thuis kunnen eindelijk de geschenken worden uitgepakt. Tanaka is door het dolle
heen met het speelgoed en heeft geen interes- se voor de meegebrachte kleding.
Maandag
30/7 Gilbert gaat
vroeg op pad om geld voor mij te wisselen en te informeren naar transport
richting Victoria Falls.
Ik maak een wandeling met Takudzwa op mijn rug gebonden. Ze gaat graag met
auntie mee, maar valt al gauwin slaap.
Gelukkig heb ik niet geboekt via
het telefoonnummer dat ik heb gekregen toen ik vanuit Nederland naar Harare
belde met Greyhound, een busmaatschappij. Ik moest per creditcard betalen.
Volgens Gilbert bestaat die mogelijkheid niet meer. Was het een voorgevoel?.
Was het doorgestoken kaart van de medewerker van Greyhound? Och, ik gun hem het
voordeel van de twijfel en houd rekening met de mogelijkheid dat Gilbert minder
goed is geïnformeerd.
’s Middags ga ik met Agnes naar de grootste supermarkt in de wijk. Lege
schappen alom. De prijzen zijn verlaagd, maar nu is er nauwelijks iets te
krijgen. Lange rijen voor brood en vlees. Wil je die vermijden dan moet je de
zwarte markt op.
In de rij om brood te kopen
Dinsdag 31/7 De
wekker gaat om 03.00 uur af. Om 04.00 u pakken we een busje naar de grote
busterminal. Om 05.00 uur stappen we in en kiezen als een van de eersten een
goede plaats. Agnes en Gilbert willen wachten tot de bus vertrekt maar ik stuur
ze naar huis zodat ze nog wat kunnen slapen. Om 06.00 uur vertrekt de bus. Ik
moet denken aan mijn zoon Myron met zijn
2 m.
lengte. Mijn knieën passen nog maar net in de beschikbare ruimte.
De bus met 64 zitplaatsen is overvol, zelfs in het gangpad. Wie er nog voor de
helft inpast wordt toch meegenomen. We zitten, staan en hangen als haringen in
een ton. Het is echt afzien. Ik moet aan mijn buren denken die zo angstvallig
zelfs hun buitengrenzen bewaken. Ze mogen van mij een poosje hier komen reizen.
Door de slechte economische toestand is er te weinig vervoer voor teveel
mensen.
Iedereen is gehuld in een dikke jas of trui, terwijl ik aan mijn T-shirt voldoende
heb. Het is overdag rond 24° C, maar als je bedenkt hoeveel heter het over een
paar maanden is, kan ik me voorstellen dat ze het koud hebben.
Na uren rijden, rond 12.30 uur, staat mijn blaas op springen. Ik sta op het
punt het incognito reizen prijs te geven en de chauffeur te vertellen dat deze
toerist echt hoognodig moet, als ik de gelegenheid daartoe krijg tijdens de
stop in Bulawayo. De chauffeur zal toch ook eens moeten? Onderweg zijn er
voortdurend passagiers uit- en ingestapt
Het is steeds een gekkenhuis. Proppen maar, tot er echt niemand meer bij
kan. Ik ga dan niet vragen of ik er even langs mag omdat ik moet plassen.
De meesten zijn hier op hun eindbestemming en we vertrekken met een halfvolle
bus, maar even verderop “barst die al gauw weer uit zijn voegen”.
De kids zijn blij met de ballonnen en de school- jeugd met de balpennen. Allemaal
gebietst bij de bloedbank in Utrecht. Verder vinden de pe- permuntdragees van
Lidl gretig aftrek. Alles wordt heel gedisciplineerd
doorgegeven, in te- genstelling tot andere landen waar ze zowat uit mijn tas
werden gegraaid.
Na een
lange rit komen we rond 21.00 uur in Vic
Falls aan, waar Msonza me al staat op te wachten, gearrangeerd door de
onbetaalbare Gilbert. Een douche en slapen is alles wat ik wil, maar eerst tel
ik nog mijn stapels miljoenen dollars. Een megaportemonnee is niet toerei- kend
dus heb ik ze in een plastic tas gestopt. Million dollar man
Woensdag 1/8 Ik heb prima
geslapen in een te gekke kamer met safaritaferelen op de muren geschilderd. Ik
logeer in de zebrakamer en heb grote bewondering voor de schilder. De hele
ambiance is fantastisch. Vriendelijke eigenaars. De baas vindt het leuk om mij
in het Afrikaans aan te spreken en dat ik hem in het Nederlands antwoord. Na
een licht ontbijt en een leuk gesprek met andere gasten worden de activiteiten
voor de komende dagen gepland. Parasailing is voorlopig niet mogelijk; iets met
de lier geloof ik. Het pakket dat ik had gekozen vanuit Nederland is niet
volledig te realiseren. Met wat schuiven heb ik toch leuke vooruitzichten. Ik ga de stad in en loop er uren en uren. Nu aanschouw ik de Victoria falls van
de kant van Zimbabwe. Spectaculair! Indrukwekkend! Heel veel herinneringen
komen naar boven, aan ruim dertig jaar geleden toen ik ze aan de Zam- biaanse kant
bezocht. Zimbabwe heette nog Rhodesië en vanwege de oorlog was het niet
mogelijk de brug over te gaan.
Deze keer
heb ik die toestemming vanuit Zim , als ik Zambia maar niet binnenga, anders
heb ik een of andere pas of visum nodig. Ik ben gefocust op een grote groep bavianen en volg ze met mijn camera. Voor ik
er erg in heb ben ik de grenspost gepasseerd en word terug- gefloten door een
strenge grenswacht. Hij moet me arresteren en een nacht in de cel stoppen, want “als we bij jullie
vrouwen niet Victoria Falls streng zijn, doen jullie het morgen weer”. Ik werp al mijn
vriendelijke nederigheid of nederige vriendelijkheid, zo je wilt, in de arena
en verzeker hem dat ik dat allerminst van plan ben en er echt geen erg in had.
Nou, iemand die zoveel reist, gezien de stempels in mijn paspoort, moet dat
toch weten, meent hij. Ja, maar die heb ik alleen op luchthavens gekregen. In
stilte geef ik hem geen ongelijk. Hij wil alles maar dan ook alles van mij
weten. Ik vermoed dat hij net niet om steekpenningen durft te vragen en ik bied
die ook niet aan. Over Nederland wil hij veel weten en ik geef hem bovendien
een lecture over Suriname. Uiteindelijk mag ik ongemoeid terug en ik weet niet
hoe snel ik me uit de voeten moet maken.
Zo, nu ga ik douchen en slapen.
Morgen word ik om 06.40 uur opgehaald voor een activiteit.
Donderdag
2/8
Klokslag
06.40 uur pikt een busje mij op voor een elephantback safari. Samen met een
Zwit- serse familie rijden we door een reservaat. Het gras en lage struiken zijn
verdord maar een etage hoger hebben de bomen prachtige herfstkleuren. De
opkomende zon zet alles in een rode gloed. Schitterend! Zelfs het verdorde gras
is mooi. In dit seizoen, de winter, ben je el- ke dag voor 100% verzekerd van
prachtig weer. De hele dag schijnt de zon aan een onbewolk- te hemel. Het is niet
heet, ’s nachts is het be- Safari op Miz-Ellie hoorlijk fris bij een heldere sterrenhemel.De
eerste uurtjes ’s ochtends en ’s avonds heb ik wel mijn fleeceshirt
nodig, maar verder kan ik zomers gekleed gaan. Als we aankomen bij het elephant camp krijgen we eerst thee of koffie en
instructies. Dan mogen we kennismaken met de olifanten. Ik zal op Miz-Ellie
meegaan. Tendai is ook van de partij en de orphanbaby Rastus loopt mee. Er gaat een cameraman mee die alles vastlegt. Na een prachtige rit door het reservaat nemen we af- scheid van “onze” olifanten.
Daarbij mogen we ze voer geven. Op hun beurt zeggen ze goodbye door een poot op
te heffen. We krijgen nog een riant ontbijt voorgeschoteld. Lekker!!! Daarna mogen we met
Rastus spelen en de gemaakte opnamen bekijken. Natuurlijk schaf ik de dvd aan. Wat een ervaring! This is an experience for a lifetime. Afscheid van Miz-Ellie en Rastus
Ik ga terug naar de stad en zoek een
internetcafé op. Ik ga maar weer bij Wimpy eten, want ze hebben er ook local
dishes. Gisteren had ik white sadza, een dikke maïspap, met heel zanderige
koeieingewanden. Voor je klaar bent is het vet gestold en het zand knarst
tussen je kiezen..Veel op het menu is echter niet voorradig dus blijft mijn
keus vandaag beperkt tot een dubbele burger. Vooruit maar, een keer junkfood
kan geen kwaad. Het sap is wel lekker. Granatina blijkt passievrucht te zijn.
’s Avonds terug in de lodge wordt gemeld dat er een bezoeker voor me is. Dat
kan niemand anders dan Msonza zijn. Er wordt meteen bij gezegd dat het in
principe niet is toegestaan. Bij de poort staat ook: “Residents only”, een bescherming
van de gasten tegen local hustlers die je overal hebt waar er veel toeristen
zijn. Ik mag me al gelukkig prijzen dat ik vrij kan rondlopen zonder
aangesproken te worden. Als dat wel voorkomt, gebeurt het in het Shona of
Ndebele, de twee belangrijkste talen, gewoon om iets te vragen. Ik kan me
voorstellen dat de managers bang zijn dat ik, enige zwarte tussen de witten,
vrienden zou kunnen ontvangen. Ze moeten
Msonza maar zelf vertellen dat het niet is toegestaan. Hij zal het wel weten, want hij heeft zich
als een vriend aangediend. Tja, hij is ongevraagd, maar ongetwijfeld
goedbedoeld, door Gilbert voor mij gecharterd. Minder geslaagd dus. Hij overleeft
het wel. Voor de “taxirit” met een auto die zowat uit elkaar valt en steeds
aangeduwd moet worden om op gang te komen, heeft hij zijn beloning al
ruimschoots ontvangen. Ik heb bovendien zo’n vol programma dat hij er met de
beste wil niet in past. Dat klinkt onvriendelijk, maar zo bedoel ik het
absoluut niet.
Ik heb me net geïnstalleerd met een boek van
Kuki Gallmann, een van mijn favoriete schrijfsters, als ik gezang hoor. Een
traditioneel geklede zang- en dansgroep komt binnen en iedereen schaart zich
rond de boma, het kampvuur. Ze geven een leuke show weg, waarbij iedereen moet
meezingen en dansen. Koren op mijn molen. Een cd is te koop. De prijs die mij
genoemd wordt is buitenproportioneel. Ik maak hen duidelijk dat ik geen
Amerikaanse toerist ben en mag hem voor de helft van de prijs. Dat is nog te
duur, maar vooruit, het steunt de groep en ik heb immers genoten. In bed onder
de klamboe lees ik nog een paar bladzijden maar maak het niet te laat want
morgen word ik om 06.30 uur opgehaald.
Vrijdag 3/8
Precies om 06.30 uur rijdt een busje voor. Wie zegt dat Afrikanen nooit op tijd zijn? Een heel gemêleerd gezelschap – Oosten- rijk, Australië, Spanje, Duitsland,
Nederland (Suriname) zijn vertegenwoordigd – wordt meegenomen voor de lion walk.
Een on- gelooflijke ervaring. Wat een voorrecht lijfelijk contact te hebben met
deze majes- tueuze dieren. Wandelen met leeuwen, hun staart vastpakken en achter
hen aan lopen. Ze van dichtbij zien en aaien, met Wandelen met Langa de welpen spelen. Ongeveer
dezelfde for- mule als bij de elephantback safari wordt gehanteerd: thee of
koffie, instructies, wandeling, ontbijt etc. De gekochte video is een
emotioneel waardevolle herinnering. Als vrijwilliger in dit project van lion
orphans ben ik “most welcome”. Wie weet!
Zimbabwe is ondanks de economische recessie
een veilig en heerlijk vakantieland. Wellicht een druppel op een gloeiende
plaat, maar elke toe- rist is er een. Bezet je de lodges en boek je de
ac- tiviteiten, dan biedt dat emplooi aan de lokale bevolking. De Zuid-Afrikaan
of Ier bezit wel het familiebedrijf, maar het personeel is voor 100% van hier.
Zimbabwanen zijn vrolijke, vriendelijke mensen. Hun stelregel is: If something
is broke, fix it. If
you can’t fix it, live with it, or, change your life,(overnight if it need be).
Jammer dat Zim zo massaal gemeden wordt. Ze bidden en
geloven, en ik met hen, dat het eens weer goed komt.
Ik heb net een wasje gedaan dat in de zon heel snel aan het drogen is, terwijl
ik dit schrijf. Ik schat in dat het overdag al warmer is dan 24°. Lina en Lungile, 2 maanden oud ‘s Ochtends
is het erg fris. Elke morgen om 6.00 , 7.00 en 8.00 uur zingt een vogel dat het
een lieve lust is, net als aan de Marinellalaan in Paramaribo. Of is het een
klok ergens op het terrein? De prachtigste vogelgeluiden hoor je de hele dag
door. Het is nu 13.30 uur en om 15.30 uur word ik opgehaald voor de
jetboat sunsetcruise. Ik verdiep me in Kuki en word mee- gevoerd naar de
Keniaanse vlakten. Plotseling word ik af- geleid. Hoorde ik een grietjebie, een
bekende vogel in Suriname, die zijn eigen naam roept? Warempel, het klinkt net
zo. Helaas kan ik hem niet zien.
De was is al droog. Ik heb nog een half uurtje. Even weer in Kenia duiken.
Om 15.30 uur rijd ik weg, samen met een Nederlands stel. Een groep
Zuid-Afrikanen voegt zich bij het gezelschap en we gaan aan boord van de jetboat.
Kudde olifanten drinkt aan de oever Deze poseert voor ons
We varen over de mighty Zambezi, zien hippo’s,
krokodillen en olifanten. Een olifant lijkt wel voor ons te poseren als hij aan
de oever komt drinken. Er worden heel wat plaatjes geschoten. Aan boord wordt
drinken aangeboden en op een eilandje worden snacks gepresenteerd.
Het is bijna
18.00 uur. De zon gaat snel onder en schildert zowel de rivier als de hemel
feloranje. Schitterend!
Zonsondergang op de Zambezi
Na amper twee uurtjes met elkaar te hebben
doorgebracht, nemen we afscheid als oude vrienden. Een van de Zuid-Afrikanen
belooft me een oud gedicht toe te zenden en foto’s. Leve het internet!
Vanavond eet ik in de lodge. De bestelling heb ik vanmiddag al geplaatst.
Zaterdag 4/8 Vannacht heb ik gedroomd van een gewonde
hippo. Gisteren was de jetboat namelijk duidelijk merkbaar over één heen
gevaren. Ik vroeg aan de bootsman of hij of zij zwaargewond kon zijn.Hij antwoordde dat het best mogelijk
was. Ik hoopte van niet.
Vandaag vertrek ik om 7.30 uur, deze keer met twee Britse jongedames en een Duits echtpaar naar Chobe in Botswana. De Duitser is 30 jaar geleden in
Suriname geweest en de Marowijne rivier opgeva- ren. Als we de grens over zijn,
nu gelukkig legaal, stappen we met een Amerikaans gezelschap in een cruiseboot
voor een tocht over de Chobe rivier. Vogelaar Kees zou in zijn element zijn.
Behalve heel veel vogelsoorten zien we buffels, hippo’s, reuzenkrokodillen enz.
in een prachtige Safaripark Chobe in Botswana omgeving.
Na de tocht schuiven we aan bij een groot lunchbuffet en daarna staat
een heuse safari op het programma. Op de luipaard na spotten we "the big 5", de
vijf belangrijkste dieren. Het is op het
heetst van de dag. Een groep leeuwen ligt in de schaduw onder een bosschage. Als
je goed kijkt, zie je een welpje met zijn moeder spelen. Ze hebben niet lang
geleden een buffel buitgemaakt en hem naar dit plekje gesleept. Je kan het zien
aan hun buiken en de rest van het kadaver. Moeder is te verzadigd om op de
spel-avances van haar jong in te gaan. Er is veel landschappelijk schoon te
bewonderen. Op sommige
plekken lijkt het net een schilderij.
Giraffen in het Safaripark Chobe
Dan is het weer tijd om de grens over te
gaan. Dezelfde chauffeur van vanmorgen wacht ons op. We hadden toen al rare
geluiden uit het vehikel gehoord. En ja hoor, we kunnen niet vertrekken. Het
busje is kaputt. Pogingen om het te repareren mislukken. Hij heeft, zoals
iedereen hier, een mobiele telefoon maar er is geen bereik. Een boodschap is
naar de tour operator gestuurd, 80
km verderop, maar de boodschapper moet er eerst
aankomen. En al komt hij binnen het bereik, dan moet hij nog geluk hebben om
telefonisch contact te krijgen.
Met een busje, volgeladen met vrouwen en hun bagage, zou wel één persoon
meekunnen. Het gezelschap biedt aan dat ik ga, ten eerste omdat ik alleen reis
en bovendien heb ik op die avond nog een activiteit.
Allervriendelijkst maken de vrouwen een plekje voor me vrij. Al gauw zijn we in
een geanimeerd gesprek verwikkeld. De kauwdragees die ik altijd bij me heb,
gaan rond. Vanaf de stad neem ik een taxi naar de lodge en ben net op tijd voor
vertrek naar de bomanight.
Buiten voor de ingang geldt een dresscode.
Iedereen krijgt een chitenga omgeknoopt, een omslagdoek net als onze Surinaamse
pangi. Het is overal sfeervol Afrikaans ingericht. Dit schijnt een
must voor toeristen te zijn want het is bomvol. Op de tafels branden
stormlan- taarns. De gang van zaken wordt uitgelegd door je eigen tafelwaiter. Eerst komt iemand langs met een kom en schenkkan om de handen te wassen. Dit is
overal gebruikelijk. Dan krijg je een typische schaal met gebakken pinda’s,
gegrilde pompoen en oliebolletjes. Verder wordt alleen de entree opgediend. Ik
kies gerookte krokodil die voortreffelijk smaakt. Daarna loop je naar de boma,
het open vuur, voor de soep die je in een grappig ijzeren “potjie” meekrijgt.
Brood etc. haal je zelf aan het buffet.
Buffet in The Boma: vleeswaren en dessert.
Er is een saladebar, warm buffet met, onder meer, antilope, koedoe, struisvogel, wrattenzwijn ...teveel om op te noemen.
Ondertussen is er entertainment in het midden, niet ver van de boma, in de vorm
van traditionele zang en dans met trommels.
Langs de tafels lopen verhalenvertellers
tegen betaling, een mbiraspeler die meesterlijk de duimpiano bespeelt, een
waarzegger die aangeeft waar hij te vinden is, een fotograaf...
Als ik terugkom van een gang naar het buffet, zijn overal bij de tafels trommels
geplaatst. Op een teken pakt iedereen de zijne en is de hele zaal onder
begeleiding aan het trommelen. Waar ter wereld je ook vandaan komt, Japan of
Nederland, je doet mee.
Zang Trommelen
De ritmes worden natuurlijk eenvoudig
gehouden. De durfals mogen naar de boma komen en een show weggeven. Dan is het
tijd om te dansen. We staan in een kring en telkens komt er één naar het
midden, vertoont onder aanmoediging zijn danskunsten en wijst de volgende aan.
Ik geniet volop. Uiterst voldaan verlaat ik de scene. Ik word aan de bar
uitgenodigd, maar sla dat vriendelijk af.
Om 10.00 uur morgenochtend zal ik Daisy ontmoeten bij Wimpy. Ze komt van Katima
Mulilo in Namibië, waar ze werkt. We zullen samen naar Harare reizen.
Zondag 5/8
Rond 6.00 uur. De twee maaltijden gisteren
waren iets teveel van het goede. Voor ik het toilet kan bereiken begin ik leeg
te lopen. De details zal ik jullie besparen. Zulke buffetten zijn riskanter dan
de stalletjes langs de weg, waar ik op andere reizen zo veelvuldig heb gegeten.
Kees, mijn reismaatje, heeft zeker leedvermaak dat ik er nu aan moet geloven.
Een fikse voedselvergiftiging? Ik ben een beetje bezorgd, hoe ik de grote
afstand naar Harare moet overbruggen. Zal ik van de bathbush gebruik moeten
maken? Gelukkig hoef ik me niet met de publieke bus van de heenreis te
verplaatsen.
Het valt allemaal mee. Daisy is veel later uit Katima vertrokken dan gepland.
De auto van Concilia, haar schoonzus, is volgepakt. De koffer en tas van haar
zoon Tawanda moeten nog worden opgehaald op de luchthaven van Vic Falls. Die
waren ook in Johannesburg achtergebleven. Met Concilia blijf ik bij Wimpy wachten.
Gelukkig kan ik daar van het toilet gebruik maken.
Ze komen in bedrukte stemming terug. Uit de koffer zijn alle mobiele telefoons
die hij had meegenomen uit Engeland en zijn toilettas met cosmetica gestolen.
Mogelijk is dat al in Johannesburg gebeurd. De bagage heeft echter ook een halve
week in Vic Falls gestaan.
Tawanda, Concilia en nog iemand rijden met de auto naar Gweru. Daisy en ik
overnachten bij Mrs. Ntiti, een andere schoonzus in Vic Falls. De namen van haar
pleegdochters vind ik zo mooi: Precious, Edina, Ruth, Primrose en Eva-Hope.
Ik voel me een beetje gammel, want ik teer de hele dag op thee en water. Bij
Wimpy wilde ik cola en flessenwater kopen maar die waren niet voorradig. Ik
word naar de kamer gedirigeerd en doe zowaar een dutje. ’s Avonds bestaat de
maaltijd uit pindakaasrijst, groenten uit eigen tuin en echte village-chicken
stew. Ik beperk me tot witte rijst en proef van de lekkere groenten. Die is in
het algemeen volop te krijgen. Iedereen heeft zijn eigen groentetuin.
Daisy zet de wekker op 02.30 uur. Voor we gaan slapen nemen we een bad. De bus
naar Gweru vertrekt om 03.00 uur.
Daar zullen we Tawanda en Concilia weer ontmoeten. In Gweru, niet ver van de
plaats waar de bruiloft zal plaatsvinden, kunnen de spullen worden uitgeladen.
We zullen dan samen naar Harare rijden.
Maandag 6/8
We zijn twee
minuten te laat en missen de bus van KK (Kukura Kurerwa). Van Guzco staat
gereed voor vertrek. Hij is veel minder comfortabel en misschien daarom minder
in trek, want iedereen kan zitten, zij het soms met meer op een bank, dan
waarvoor die bestemd is. Ook doet hij er langer over. Als we enkele uren
onderweg zijn, moeten we op een teken allemaal uitstappen. De bus gaat naar de
remise. Iedereen wacht gelaten. Niemand geeft uitleg en niemand vraagt erom.
Misschien heeft de chauffeur pauze. Daisy is wat westers ingesteld en ergert zich
een beetje. Ben ik westers? Ik vind het allemaal best; heb immers de knop
omgezet. Ik hoop alleen op tijd naar het toilet te kunnen, want ik heb nog
steeds buikkrampen. Gelukkig kan ik nu cola kopen.
Pas
om 16.00 uur komen we in Gweru aan. Tijdens het wachten op Tawanda en Concilia
maak ik persoonlijk ken- nis met Oliver. Vanuit Nederland had ik hem al
telefonisch gesproken. Om 21.00 uur komen we in Harare aan. In het huisje van Gilbert en Agnes zijn we
met z’n achten. Ruim geschat is de woonkamer 2,5 x 3,5 m. De twee slaapkamertjes
zijn Daisy wacht op de bus nog kleiner. Voor iedereen is er echter een slaapplaats. Hup, de ene bank
boven op de andere, matrassen en dekens op de vloer. Ik moet in Tanaka’s bed.
Ik bied aan met Daisy te ruilen aangezien ze “zadelpijn” heeft van de lange
ongemakkelijke zit in de bus. Hè, ze heeft toch een achterwerk waar je U
tegen zegt! Ze wil er echter niets van weten en vindt het op de vloer
comfortabeler. Ze past eerst nog haar trouwjurk en ziet er een beetje raar uit
in die prachtige jurk met een rastamuts op haar hoofd.
Concilia valt meteen in slaap. Ons gepraat stoort haar helemaal niet.
Dinsdag 7/8
We hebben
als rozen geslapen, ondanks de cola die ik heb genuttigd en de vele dutjes die
ik in de bus en auto heb gedaan. Iemand laat duidelijk hoorbaar winden. De
bruine bonen van gisteravond? Ik verberg voor de zekerheid mijn neus onder de
dekens. Er is er tenminste één die weet, dat ik het niet ben.
Daisy, Concilia, een broer van Oliver en diens vrouw gaan erop uit met een
lijst van wat nog moet gebeuren. Ik wil hen niet voor de voeten lopen en
prefereer lekker thuis te blijven. Vanmorgen vroeg heb ik al een wasje gedaan
en wil nu proberen een internetcafé te vinden; anders haal ik Kuki
tevoorschijn.
Ik wandel naar de markt. Kan maar niet wennen aan al die lege schappen in de
supermarkt.
Buiten staan lange rijen. Bij mondjesmaat worden ze een poort binnengelaten. Op
die momenten is het een gedrang vanjewelste, mogelijk voor brood of suiker.
In het internetcafé met twee computers duurt het eindeloos om op te starten of
internetverbinding te krijgen. Ik durf het niet aan, want als ik online aan het
typen ben en er gaat wat mis, ben ik mijn tekst kwijt. Het vergt sowieso de
nodige tijd om een verslag voor verzending klaar te maken, aangezien mijn
typevaardigheid niet is om over naar huis te schrijven. Suikerriet Buurkinderen van Agnes
Op de terugweg koop ik suikerriet. Even later zit ik met Takudzwa, Tanaka en
een aantal buurkinderen te genieten van het heerlijk zoete riet. Zij kunnen het
ook wel met de tanden schillen. Ik heb een mes nodig en voorzie voor het gemak
iedereen van geschilde stukken.
Woensdag 8/8
Gisteren was
het een tamelijk luie dag, hoewel ik nog steeds niet aan Kuki ben toegekomen.
Zal ik niet teveel aankomen van die lekkere pindakaaspap elke morgen? Ik heb
een vermoeden waarom alle honden die ik tot nu toe ben tegengekomen er zo
opvallend weldoorvoed uitzien.
Daisy is vroeg op pad. Ze gaat de kippen en suiker ophalen. Als ze van die
missie terug is, zal ze me meenemen naar de stad. Ik wil dan eerst een
internetcafé induiken om dit verslag te verzenden.
Tot nu ben ik geen ansichtkaarten tegengekomen. In Vic Falls wel, maar daar
kwam ik tijd tekort.
Ik ga wat opnamen maken van de kunstige tuinafscheidingen die je overal
aantreft. Nu is er nog een mooie lichtinval. Ze worden in panelen van ruim 1 meter
bij 30 centimeter
vervaardigd in verscheidene patronen. Hoe beter de buurt, des te mooier de
patronen. Een heel ander gezicht dan al die houten schuttingen bij ons in Nederland. Men
zegt dat elke Zimbabwaan op een of ander gebied kunstzinnig is, zoals op het
gebied van breien, borduren, sculptuur, zang, dans, drama etc.
Muren in verscheidene patronen
Weer die lange rijen. Herinneringen aan Nickerie, mijn geboorteplaats, komen
naar boven, toen we dat ook hadden voor rijst of suiker. Overal spelen kinderen,
die nu vakantie hebben. Dankjewel, bloedbank, voor de ballonnen.
Tijdens het wachten op Daisy, zit ik weer met een aantal kinderen aan het
suikerriet.
Het is 13.45 uur en ze is nog niet terug. Ik wilde met een mi- nibusje naar de
stad, maar dat vond ze geen goed idee. Och, arme. On her wedding day zondag a.s.
is ze mogelijk bekaf. Dit zijn echter zaken, waar ik haar niet bij kan hel- pen. Hopelijk
krijg ik daar de gelegenheid toe, al moet ik ballonnen opblazen tot mijn kaken
er pijn van doen. Ik heb er namelijk een grondige hekel aan. Brievenbus van blik Gisteren vertelde
ze, dat ze al eerder prachtige kleding, schoeisel en andere accessoires voor de
bruiloft hadden aangeschaft, die meer gekost hadden, dan wat ze nu hebben
gekocht. In Bulawayo was in een onbewaakt ogenblik alles uit de auto gestolen.
Ze had twee dagen lang gehuild.
Ze hebben
prachtige gospelmuziek uit Zuidelijk Afrika. Agnes zet een cd op. Even later staan zij, haar hulp en ik
te dansen. Ze moeten beloven, me de juiste passen te leren, vóór ik
vertrek.
Laat in de middag komt Daisy terug. Ze zetten me af bij een internetcafé.
Ik druk hen op het hart, dat ik er alle tijd kan gebruiken, die zíj nodig hebben
om hun ding te doen. Het eerste halfuur ben ik kwijt aan formaliteiten en het
zoeken naar een monitor met goed beeld. Mijn binnengekomen mails kan ik niet
lezen, op die van Betty na, die in grotere letters verschijnt. Verwacht straks
hoofdpijn te hebben van het ingespannen turen naar wazige letters, die niet
scherper te krijgen zijn. Na twee uurtjes is Daisy terug. Ik rond 3 augustus
af. Morgen komen we weer naar de stad en spreken om 9.00 uur af met de broer
van Oliver.
’s
Avonds komt een visverkoper langs met grote tilapia’s en er wordt een goede
koop gesloten.
Donderdag
9/8
Ik sta met
de eersten vroeg op. Als de anderen nog slapen ben ik allang wakker. Voor mijn
doen, ga ik dan ook heel vroeg naar bed.
Ik slaap echter beter en langer dan thuis. Daisy is tot laat en alweer vroeg
aan de telefoon, voor zover er verbinding is. Ze lijkt wel de topmanager
van een megabedrijf, zoveel moet er nog geregeld worden. Ze schrikt als ze de
dagen die nog resten, telt. Zondag a.s. is het zover.
Het is 10.30 uur. De afspraak van 9.00 uur is nog niet gerealiseerd.
Ik bestudeer de reisgids en plan, waar ik heen zal gaan. Maar eerst wil ik het
verslag up-to-date verzenden. Ik neem een vergrootglaasje mee, voor het geval ik
mijn mails niet kan lezen.
Het is nu 15.30 uur. Van shoppen komt niets meer. Ach, daar zal ik nog tijd
genoeg voor hebben.
Vrijdag 10/8
Vandaag rijd ik mee naar de stad en laat me ergens droppen. Ik ga Harare verkennen. Hoge futuristische gebouwen markeren
het centrum; daar is plotseling, ingeklemd tussen twee van die torenflats dat
leuke kerkje.
Centrum Harare
Bij de supermarkten staan weer die lange
rijen. Schoonmaakmiddelen, specerijen, toiletpapier etc. zijn gewoon te krijgen.
Maar over de basisbehoeften als zout, suiker, brood, melk, zegt de
Zimbabwaan: "We're suffering". Toch menen ze dat de media overdrijven. Wie
genoeg geld en relaties heeft, kan er langs een achterweggetje aan komen. Daisy
heeft grote voorraden ingeslagen. Ik ben blij voor haar, maar het voelt ook een
beetje dubbel.
Ik wandel naar de Harare Gardens, een geliefd plekje voor bruidsfoto’s. Daar
moet je voor betalen. Als ik het goed heb gezien is het omgerekend $0,12. In
welke penibele situatie een volk zich ook bevindt, men wordt verliefd, er wordt
getrouwd, kinderen komen ter wereld, begrafenissen moeten worden gearrangeerd;
de levenscyclus gaat gewoon door.
Harare Gardens
Ik vind de bekendste muziekwinkel waar ik
enkele cd’s koop.
Aan het eind van de middag kom ik Russell toevallig tegen. Aangezien Daisy nog
naar de kapster moet, brengt hij me naar Avondale Mall, waar volgens de reisgids
een open kunstmarkt te vinden is. De prijzen vallen tegen, maar ik laat me niet
afschrikken, hoewel de bodem van mijn miljoenenschatkist (lees plastic tas) al
aardig in zicht komt. We hebben de tijd, dus gaan we pizza eten.
’s Avonds, thuis, ben ik bekaf van het uren rondlopen, neem een bad en kruip in
bed. Kijk nog naar Agnes, die door haar huiskapster onder handen wordt genomen
voor de bruiloft. Vóór ze klaar zijn, moet ik in slaap zijn gevallen. Ik
herinner me vaag, dat Daisy thuiskomt en me voorstelt aan Rachel, een
Amerikaanse vriendin die in Botswana werkt. Ze is voor de bruiloft overgekomen
en zal de bestmaid zijn. Als ik ergens in de nacht of ochtend wakker word, zie
ik twee mensen op de vloer slapen. Heb het niet eens gemerkt, toen Daisy en
Rachel zich er installeerden. Ik heb ook geen notie van de tijd. Hoor prachtige
muziek en probeer een melodie te onthouden, maar ben die natuurlijk weer kwijt. Zaterdag 11/8
Er wordt druk ingepakt voor vertrek naar
Shu- rugwi, de locatie van de bruiloft. Ik hoop dat Daisy alles rond heeft
gekregen. Benzine en diesel lijken nog problemen op te leveren. Het is goed gekomen. Een “truck” met open laadbak rijdt voor. De bagage en wij
worden ingeladen. Bij het hoofdpostkantoor treffen we de rest van het
gezelschap, hoofdzakelijk Met familie naar de bruiloft familie vanDaisy.
Een overvolle bus en de
truck vertrekken richting Gweru, maar niet voor er een stichtelijk lied is
gezongen en iemand in gebed is voorgegaan. Ik versta “Jesu” en “driver”. We
zijn maar net vertrokken of het ene lied na het andere wordt ingezet. Wat
kunnen ze toch prachtig polyfoon zingen in vraag en antwoord, soms tegen
elkaar in. Ik zit stil te luisteren en te genieten. In
Mvuma wordt een sanitaire stop gemaakt. Nog een bus met familie van het
platteland voegt zich bij ons. Er volgt een uitbundige begroeting. Dit is een
algemene stopplaats, want ook andere bussen gaan af en aan. Een trommelaar heeft
in een mum van tijd een groep dansers om zich heen. De hele weg verder zingen
voornamelijk de vrouwen. Later zetten ook de mannen in.
De aankomst in Shurugwi is indrukwekkend. In het donker onder een schitterende
sterrenhemel – zo zie je die in Nederland zelden meer – wordt Daisy opgewacht en
toegezongen. Dan gaat het in processie naar het huis van Olivers ouders.
Daisy is van hoofd tot voeten gehuld in een deken. Voor het huis
gaat ze op de grond zitten en wordt toegefluisterd door een vrouw, die de
functie van ceremoniemeester lijkt te hebben.
Binnen wordt een maaltijd geserveerd uit grote loodzware potjies met sadza en
stew. Daarna krijgen we thee. Na zang en gebed worden de slaapplaatsen
toegewezen in verscheidene hui- zen en ronde lodges op de boerderijen. De
woonkamer in het hoofdgebouw is bezaaid met in dekens gewikkelde vrouwen.
Het is al- lang 02.00 uur geweest. Straks is de grote dag. Ik deel een bed met
Agnes, Takudzwa en nog een vrouw. We besluiten letterlijk dwars te lig gen. Ik lig
haaks op het hoofdeinde en kan mijn voeten kwijt op een nachtkastje.
Zondag 12/8, de dag van de bruiloft
Al vroeg heerst er een bedrijvigheid van
van je welste. Op houtvuren buiten staan al heel wat potjies te dampen. Er
wordt gestookt, geroerd, gehakt, gesneden, alles wat nodig is om een maaltijd
voor een grote kazerne te bereiden. De beelden spreken voor zich.
We moeten twee aan twee in de badkamer.
Heerlijk warm water wordt voortdurend aange- dragen. Ik ga met Agnes. Voor zij al
die kleding- stukken vanwege de ochtendkou uit heeft, ben ik al bijna klaar met
baden. Ik heb alleen een chitenga en T-shirt aan.
Iedereen wordt voorzien van ontbijt, brood met gezouten margarine, jam en thee.
Dat van mij wordt me gebracht, want ik ben in de slaapka- mer al bezig de
bruidsboeketten en corsages te maken. Gelukkig hoef ik geen ballonnen
op te blazen. Wanneer ik klaar ben, breng ik ze naar de lodge, waar Daisy nog wordt
opgemaakt. Ze kunnen haar goedkeuring wegdragen. Ze heeft me de vrije hand
gelaten dus heb ik al die kleuren krullint genegeerd en me beperkt tot wit,
perzik en paars, afgestemd op het geheel.
Tijd voor de lunch, nummer één op het programma. De bruidsmeisjes en jonkers
worden zingend, joelend en dansend door een groep vrouwen opgehaald. Ze gaan in processie naar het hoofdgebouw waar men de lunch serveert.
Tenten vol bruiloftsgasten
Intussen hebben de grote tenten zich al gevuld met gasten. Er zijn meer bussen
en trucks aangekomen. Heel veel kinderen, ook uit het dorp, staan al te swingen
op de muziek uit de luidsprekers, computergestuurd met behulp van een
generator. Op de stroomvoorziening valt immers geen pijl te trekken.
De bruiloftslocatie
Onder een aparte tent, vóór de tenten van de
gasten, staan de zetels voor het bruidspaar en aanhang klaar. De dominee gaat
voor, de ringen worden uitgewisseld, er volgen toespraken van de Manungo
(Olivers) familie en van de Nheta’s. Als een Manungo zegt dat Daisy
gekwalificeerd is om tot de familie gerekend te worden, had ik graag met
mijn camera de blik willen vangen, die ze Oliver toewerpt. Die Daisy! Alsof ze
wil zeggen: "Dat weet ik zelf wel, nu kan je niet meer terug".
Nu worden de cadeaus gepresenteerd. Eerst de Manungo’s. Men komt naar voren,
sluit aan in de rij, alle namen en bedragen worden omge- roepen door de
presentator, twee anderen no- teren alles, de familieaccountant telt het geld en
stopt het in een metalen koffer. Proef ik enige competitie? Concilia claimt me voor de Nheta familie. Als ik aan
de beurt ben moet ik alles voorlezen, wat weer in het Shona wordt vertaald.
Jan, Margot leest felicitaties voor Myron en Gilroy, Betty en John, Ingrid, Marijke en familie, Helene en
familie, Lilian, allemaal passeren de revue. Tijd om de taart aan te snijden, die ook in de kleuren perzik en paars is. Daisy
en Oliver delen de stukjes zelf rond.
Daisy gaat rond met bruidstaart
Dan volgt de fotosessie. Ze hoeven nergens heen, want het landschap ter plekke vormt een prachtige entourage.
Veel gasten vertrekken. Wie blijft, verzamelt zich in de woonkamer van het
hoofdgebouw. Het is er mudvol, de mannen op stoelen, de vrouwen hoofdzakelijk
op de vloer. Zíj kunnen zo uren zitten. De toespraken in het Shona du- ren ook
uren, waarbij ik zit te knikkebollen. Af en toe probeer ik voorzichtig te
verzitten, tussen al die knieën, benen en voeten, tot ik een steun- tje in de rug
voel. Daisy en Oliver hebben een strategische plek bij de deur gekozen. Na een
poosje houden ze het voor gezien. Zoals bij alles, begint en besluit men met
zang en gebed. De slaap verdwijnt even bij de mooie meerstem- mige zang, waar ik
niet genoeg van kan krijgen. Eén zet in, spontaan valt ieder bij, zonder dat er een valse noot klinkt. Ik ga maar naar bed, hoewel ik na de lunch van rond 12.00 uur niets meer heb
gegeten. Naar de geluiden te oordelen, wordt er nog een maaltijd geserveerd. Ik
vind het best zo. Ook Agnes zegt, dat ze niets meer heeft gegeten.
Maandag 13/8
Men is vroeg weer op. Er heerst weer een
bedrijvigheid, maar nu wat rustiger. Als ik buiten kom, mag ik meteen bij de
vrou- wen op matten aanschuiven voor het ontbijt. Het brood met margarine en de
zoete hete thee met melk laat ik mij goed smaken. Heb grote trek na bijna een et- maal.
Arme Agnes, ze heeft nog steeds niets gegeten. Volgens de traditie moet ze de
gasten van water voorzien om te ba- den. Nog meer staan op punt van vertrek.
Het is 12.00 uur. Er schijnt iets speciaals
op Margot (links) ontbijt met de vrouwen handen te zijn. Ik vraag het maar aan iemand want ik wil geen fouten maken.
Als Tawanda, Daisy’s zoon uit Engeland, even bij me komt zitten, beklaagt hij
zich over de organisatie. Hij voelt zich verloren omdat hij niet ingewijd is in
het hele gebeuren. Hij gaat zich bekommeren om Daisy’s vader die helemaal
gedesoriënteerd is. De oude man weet niet wat er gebeurt, niemand zegt hem wat.
Er zijn ook momenten waarop ik me wat verloren voel, maar ik begrijp heel goed
dat het niet mogelijk is bij zo’n groots gebeuren iedereen de nodige aandacht
te schenken. Nu begrijp ik dat er een nabruiloftse maaltijd voor familie
plaatsvindt met speciale sadza, niet van maïs maar van millet of..... Stil
sluip ik weg. In de slaapkamer is niemand. Eindelijk kom ik aan mijn boek van
Kuki toe. Ik hoor de zinken golfplaten boven mijn hoofd tikken tijdens het
uitzetten door de stijgende temperatuur. Net als bij mijn overgrootmoeder toen
ik nog een kind was. Ik ga maar niet op zoek naar “eieren” die ontstaan, wanneer het
zonlicht onder een bepaalde hoek door gaten in het dak valt. Of misschien zijn
het maar de kalkoenen en guineafowls, die ik al eerder op het dak had gezien,
die deze herinneringen oproepen.
Daisy en Oliver gaan de cadeaus uitpakken. Nu kunnen ze de diverse kaarten
rustig lezen. Midden in de kamer staat de metalen koffer vol bankbiljetten en
cheques. Een cheque is aan Oliver and wife uitgeschreven. Ze vragen zich
af of ze die wel kunnen innen.
Daisy's lodges
Ik verkas naar de lodge van Daisy, rond, van steen, een rieten daken een
diameter van 7m. Een muur verdeelt die in tweeën. Het voorste gedeelte is de
woon- annex slaapkamer, het achterste gedeelte dat kleiner is heeft een heus
ligbad. Voorlopig moet het water nog worden aangedragen. De rest van het
sanitair is nog niet geïnstalleerd. Een aantal meters verderop staat de
keukenlodge, zelfde bouwstijl, maar iets kleiner . Op de vloer is er een
ondiepe ronde kuil waarin houtvuur wordt gestookt. Er staat echter ook een
gasfornuis. Nog verderop staat de
overdekte buiten-wc, een zwarte pot boven een heel diep gat met luchtafvoer.
Hier geen deur, maar een scheidingswand waar je omheen moet. Je roept dus eerst
om te weten of het bezet is. Daisy is uiteraard nog moe. Ze ligt te snurken op een matras op de vloer.
Rachel en ik bezetten de woonlodge. Oliver en Daisy gaan in de keukenlodge
slapen. Ik heb het liever andersom, maar wil het Rachel niet opdringen. Morgen,
als ze vertrokken is, zal ik erop staan te ruilen.
Dinsdag 14/8
Rachel rijdt met Russell en aanhang mee naar Harare. In een
vijfpersoonswagen tel ik elf mensen, zes volwassenen, vijf kinderen en een
heleboel bagage. Daar tussenuit steekt nog net een hoofd en een halve schouder.
Vandaag help ik Daisy. Ik neem de woonlodge onderhanden. Gisteren maakte Oliver
lachend de opmerking, dat men er eerder het vee kon onderbrengen. Er hebben
heel wat mensen gelogeerd, die nu allemaal zijn vertrokken. Oliver is in zijn
nopjes, als het er weer spic en span uitziet. Hij installeert zich uitgebreid
voor de tv. Je kan het aan hem zien, dat hij zich behaaglijk voelt. Nadat ik
mijn wasje heb gedaan en een bad heb genomen, vind ik een plek in de schaduw
van de lodge met uitzicht op het glooiende landschap, waar ik zo intens van
geniet. In de verte grazen koeien, die contrasteren met de beige kleur van het
verdorde gras. Goed dat ik de tijd na de bruiloft heb opengelaten. Ik mag hier
blij- ven en dat is het beste wat mij kan overko- men. Als de auto op tijd is
gerepareerd, gaan we een dagje naar Bulawayo. Dat ligt in het gebied van de
Ndebele. Mogelijk vind ik daar de kussenovertrekken, die ik zo bewonder.
Terwijl ik zit te schrijven, loopt een aantal kalkoenen om me heen. De koeien
die gisteren vlakbij graasden, zijn nu weg. Bij het geluid van de koebellen
waan ik me af en toe in Zwitserland. Van het echtpaar mag ik een lodge neerzetten
en er verblijven, wanneer ik maar wil. De plot stellen ze voor niets ter
beschikking. Ze zijn laaiend enthousiast en hebben me al kennis laten maken
met de aannemer. Hahaha, wie weet!!! Wordt het Suriname of Zimbabwe?
Ze gaan nu naar het hoofdgebouw en vragen me mee. Ik mag kiezen, dus blijf ik
hier. Even later brengt een van de meisjes mij eten: twee grote hompen vlees,
een nog grotere homp sadza en de o zo lek- kere groenten uit eigen tuin. De
kalkoe- nen zijn mijn bondgenoten. Ze helpen me de sadza verorberen; het vlees
versma- den ze. De hiërarchie is duidelijk. Ik moet de twee anderen afleiden,
zodat de kleinste niet steeds het onderspit delft. Het lijkt alsof ik
alles heb opgegeten. Olivers moeder wil een guinea-fowl (volgens mij onze
Surinaamse toké) voor me slachten, maar hij laat zich niet vangen. Het is
grappig, er is een groep van vijf, die altijd met dezelfde zwarte haan
optrekt.
Te horen aan de Alpenkuhglocken zijn de koeien terug. Ze staan geduldig voor de
poort te wachten, tot ze worden binnengelaten om op hetvoormalige
maïsveld te grazen.
Het landschap begint zachter te kleuren. Over ruim een uur voltrekt zich het
adembenemende schouwspel van de ondergaande Afrikaanse zon.
Vanavond bereidt Daisy voor de eerste keer zelf een maaltijd in haar
keukenlodge. De elektriciteit is weer uitgevallen, dus gebeurt het een en ander
bij het schijnsel van het houtvuur op de vloer, aangevuld met kaarslicht. We
zitten om het vuur, want buiten koelt het snel af. Op een rooster staan twee
potten: een met rijst en in de andere pruttelt de kip. Er is ook wel een
gasfornuis, maar dit is toch veel gezelliger. Regelmatig wordt het vuur
opgestookt. Oliver heeft een zak met vruchten, Afrikaanse kauwgom. Je moet de
vrucht splijten en op de partjes kauwen. De overgebleven vezels spuug je uit.
Ik weet niet goed hoeveel van het spul je mag doorslikken, zonder dat het
teveel invloed heeft op de spijsvertering, in welke zin dan ook. Ik vind het
ook niet lekker. Oliver blijft me maar toestoppen, want het lukt me niet, dat harde
goedje te splijten. Uiteindelijk geef ik te kennen dat mijn kaken moe zijn en
dat ik echt genoeg heb. Hij stopt me de laatste twee toe en dan de allerlaatste
twee. Het is erg cozy rond het vuur. Na de overvloedige maaltijd van vanmiddag,
zou ik deze willen overslaan. Het is echter de eerste keer dat Daisy die zelf
heeft bereid, dus laat ik me op aandringen een lepel rijst, een stukje kip en
wat groenten opscheppen. Daarna maken we mijn slaapplaats in de keuken op.
Morgen wil ik ze overhalen, mij onder de sterrenhemel te laten slapen. Voor hen
ben je gek, als je dat in de winter doet.
Woensdag 15/8
Vandaag begint als
een luie dag. Ik schiet her en der wat plaatjes.’s Middags neemt Oliver mij mee
voor een verkenning van het dorp Shurugwi. We bezoeken heel wat familie. De
Manungo’s vormen zowat een dynastie en bezitten grond van enorme afmetingen.
Familie van Oliver
We plukken fruit in de boomgaarden, een oom steekt
worteltjes voor me uit, die ik ter plekke opeet. Ze zijn zeer smaakvol, heel
anders dan de waterige peentjes uit de supermarkt bij ons. Van een andere
oomkrijg ikeen suikerrietstengel mee, die hij in zijn tuin omhakt.
We lopen langs de rivier. Oliver vertelt over zijn plannen, deze rivier als
irrigatiebron aan te wenden. In het droge seizoen vormt de watervoorziening het
grootste probleem m.b.t. bevloeiing van de landerijen. Hij hoopt de voedselvoorziening,
zowel in delandbouw als veeteelt, een injectie te geven, zodat meer
emplooi geschapen wordt, waardoorjongeren die naar de steden zijn
getrokken, mogelijk terugkeren. Het dorp zou anders wel eens kunnen uitsterven.
Ik hoop van harte, dat het allemaal zal lukken. Meteen komen gedachten aan
fundraising, of wat dan ook, op. Op zulke momenten zou ik rijk willen zijn, op
finan- cieel gebied welteverstaan, want rijk ben ik. Dit allemaal te mogen
beleven in Zim, met al die vriendelijke mensen, is toch een niet te evenaren
rijkdom. Ik voel me zeer begenadigd. Vanavond slaap ik onder de heldere ster- renhemel. Niet te beschrijven. Tussen
slaap- jes door geniet ik van die schitterende De Zvovoringorivier beelden. Ik lig alleen maar te
kijken naar sterren en nog eens sterren, hier een planeet, daar de Melkweg,
verderop de maansikkel op zijn rug. Het is alleen in superlatieven uit te
drukken.
Donderdag 16/8
Van onder de dekens op mijn matras aanschouw ik de
Afrikaanse zonsopgang. Mijn vriend de kalkoen drentelt al om me heen. Ik heb
helaas nog geen sadza voor hem. Vogels vliegen af en aan. Het is nog behoorlijk
fris. Straks als de monteur voor de wagen komt, mag ik met
hem en Oliver meerijden naar Gweru. Terwijl zij daar bezig zijn, kan ik het
stadje verkennen. Achteraf blijkt het pro- bleem met de radiateur zo groot, dat
ze niet kunnen inschatten, hoeveel werk ze er- aan zullen hebben. Ik ga nu met
Daisy mee naar een “function”. Een dame die ik al eerder heb ontmoet, gaat
trouwen, trouwt of is getrouwd. Het schijnt een vrouwen- aangelegenheid te zijn,
op enkele mannen na, die duidelijk op de achtergrond blijven. Ik heb er
absoluut geen spijt van, dat de Zonsopgang trip naar Gweru niet is doorgegaan. Er is
ceremonie, zang, dans, op het ondeugende af, en eten natuurlijk. Ik begrijp nu,
dat het om een pre-wedding gaat. Het tijdstip van de bruiloft is nog niet
bekend, maar de bruid mag zich nu al geaccepteerd voelen door de familie.
Inderdaad, de mannen zijn zelfs weggestuurd, zodat de vrouwen al
hun schalksheid kunnen uiten.
Weer thuis, bij de zoveelste zonsondergang – het
verveelt nooit – eten we van het zoete suikerriet, dat ik gisteren van de oom
heb gekregen. Met het scherpe mes neem ik tweemaal mijn huid mee. Daisy één
keer bij het snijden van groenten. We hebben allebei heilig respect voor dat mes
gekregen.
Een paar jongelui komen met de ossenkar wa- ter brengen. Helaas heb ik geen
ruimte meer om video-opnamen te maken.
Oliver komt vanavond niet terug, want de on- derdelen
voor de auto laten op zich wachten. Het wordt deze nacht heel koud. Daisy wil
niet, dat ik buiten slaap. Mijn matras wordt in de lodge bijhaar
opgemaakt. We zijn voor het eerst alleen en roddelen wat; onder meer over Waterlevering met de ossenkar haar
schoonmoeder, zij vanaf het bed met een fles bier, ik vanaf mijn matras
metAmarula cream uit een mok. Dat is een drankje als Bailey’s uit de
gefermenteerde en gedistilleerde vruchten van de Marulaboom of marriage tree of
elephant tree. Als de wilde dieren, vooral de olifanten die dol zijn op die
vruchten, ervan eten, worden ze dronken en bewegen zich onvast op de poten
voort.
Daisy wil weten, wat ik van Oliver vind. Mijn oordeel is welgemeend
alleen maar positief. Trouwens ook over haar schoonmoeder. Als je maar weet hoe
je met een licht ontvlambare matrone omgaat, zegt Daisy. Gun je haar de troon,
dan is er niets aan de hand. Je moet er niet om gaan strijden. Vrijdag 17/8
Het is bewolkt, koud en het waait hard; ook onder het rieten dak door.
Daisy ligt nog te snurken. Ik verzend een paar sms-jes en krijg er ijskoude
handen van.
Vandaag help
ik Daisy haar talloze geëmail- leerde mokken en borden van haar initialen te
voorzien. Als er een function ergens is, leent men van elkaar, dus is het geen
overbodige handeling. Ook sorteren we haar bestek. Alle aantallen worden in een
schrift genoteerd.
Hoera, er is elektriciteit! Hoe lang nog? Meestal is die er pas, als
iedereen naar bed is. Door een aantal videoclips te verwijderen, probeer ik
ruimte te creëren voor nieuwe opnamen. Veel win ik niet, welgeteld 1 minuut
en 15 seconden, misschien net genoeg om morgen in de kerk een lied vast te leggen.
Ik wil nog niets van de beelden missen. Durf de laptop van Daisy niet te
gebruiken om een cd te branden. Daar is Rachel goed in, maar ze is al weg.
Zaterdag
18/8 Daisy aan het merken
Oliver is
nog steeds niet terug. Ik heb weer in de lodge bij Daisy geslapen. We zouden
vandaag naar de kerk gaan, maar aangezien er een begrafenis plaatsvindt, wordt
die gecombineerd met de kerkdienst. Russell brengt ons een eind weg. Van
daaruit lopen we over voetpaden heuveltje-op heuveltje-af naar de locatie. Een
vrouw is overleden. Er hebben zich al heel wat mensen bij haar hutje verzameld.
Ze zitten op doeken en matten. Weer hoor ik dat prachtige zingen. Een aantal
melodieën kan ik zo meeneuriën.
Het is geen vrolijke funeral waar ik altijd vrij kan fotograferen. Ik wil het
ook niet, uit piëteit. Het is plechtig en droevig. Je voelt het intense verdriet,
hoort het aan het gillen van familieleden en je ruikt de dood. Er wordt geld
ingezameld, terwijl vrouwen al aan het koken zijn. De kist van dun spaanplaat
wordt naar buiten gedragen en iedereen loopt erlangs, om afscheid te nemen. Wat
was ze nog jong! De gemiddelde levensverwachting in Zimbabwe is gedaald van 60
naar onder de 40.
Dan lopen we achter elkaar over voetpaden door het glooiende gebied, waar ik
vanaf de lodge steeds op uitkijk. Een kleurige rij slingert zich door het
landschap. Dat zou ik willen vast- leggen, maar doe het niet. Bij de groeve gaat
iedereen in het verdorde gras zitten. De voor- ganger torent daar bovenuit, tegen
een strak- blauwe hemel. Het ruikt naar hooi met vlagen van dood, waarschijnlijk
formaline. Prachtige beelden trekken voorbij. Vrouwen die grote em- mers water op
het hoofd aandragen om de droge, stoffige aarde te bevochtigen. Anderen duwen
kruiwagens voort. Het zingen wordt in- De Koorzangeres tenser, nog mooier dan ik tot nu heb
gehoord. Een dame zet in en iedereen valt bij, zuiver meerstemmig. Wat een stem
heeft ze. Als ik later met haar praat, blijkt ze lid te zijn van het koor dat
elke zaterdag in de kerk zingt. Dat loop ik dus mis, en cd’s hebben ze niet.
Bij de
teraardebestelling zijn ook een paar honden aanwezig, die daar blijken te horen.
Zouden ze ook het verdriet om het verlies van hun bazin voelen?
Na de ceremonie bij het graf gaan we allemaal terug naar de hut. Bij de ingang
van het terrein staan vrouwen met water klaar. Iedereen wast de handen. De rij
splitst zich in tweeën, in een vrouwen en een mannenrij. We krijgen allemaal
een bord aangereikt. Op het uitdeelpunt komen de rijen weer bij elkaar, de
mannen voorlangs en de vrouwen achterlangs. Iedereen krijgt een homp sadza, een
stukje vlees en een schep groenten. Het gebeurt zeer efficiënt en
gedisciplineerd. Men zoekt weer een plekje op het terrein. Achter me lijkt er
na het eten een Bijbelstudie gaande, waarbij verscheidene mensen aan het woord
komen. Ik vang de namen Abraham, Ruth, Maria, Jozef...op.
Met een aantal tantes van Oliver, nu ook van Daisy, wandelen we al keuvelend
een behoorlijk aantal kilometers terug naar huis.
Ik pers een “grapefruit” uit, die we eerder in een
van de boomgaarden plukten. Die is heel sappig. Als ik ervan proef, trekken mijn kaken samen. Hoeveel water en
suiker ik er ook bij doe, het drankje blijft verschrikkelijk zuur. In elk geval
is het niet wat wij als grapefruit kennen.
Morgen
vertrek ik om 07.00 uur met Russell naar Harare. Helaas gaan de uitstapjes naar
Gweru en Bulawayo niet door. Agnes ver- Daisy (midden) met tantes heugt zich al op mijn terugkomst. We zijn
van plan samen Harare onveilig te maken.
Ik zit nu in de keukenlodge bij het houtvuur met de hulp van Daisy, haar
zoontje Farai en een neef van Russell. Farai ligt op de stenen bank te slapen..
Kennelijk heeft hij net een bad gehad, want hij ziet er schoon uit. Overdag
lopen de twee jongetjes hier ongelooflijk vies rond. Niet om aan te pakken,
onder al dan niet opgedroogd snot en stof. Ze hoesten en niezen voortdurend,
waarbij ze hun hele omgeving ondersproeien.
Zoals ik al eerder schreef, durf ik mijn kostbare opnamen aan niemand anders
dan Rachel toe te vertrouwen. Nu vraagt Daisy om ze te kopiëren. Ik weet dat ze
op ander gebied heel technisch is, dus
overhandig ik haar mijn camera, maar toch wel met gemengde gevoelens.
Het resultaat op haar laptop houdt een aantal opnamen in, die blanco zijn,
gedeeltelijk zichtbaar en/of in elkaar geschoven. Alle opnamen waren, bij het
terugkijken op de camera zelf, goed, aangezien ik wat ik kon missen heb
verwijderd om weer ruimte te scheppen. Tot overmaat van ramp zijn ze na het
downloaden uit de camera verwijderd. Ik schrik wel en ben er een poos stil van,
als de melding “geen bestanden op deze geheugenkaart” verschijnt. Ze brandt een
cd van haar bestand voor me. Ik weet niet wat ik kwijt ben, maar de lionwalk is
er in elk geval nog. We schenken een Amarula in. Vóór ze van haar op heeft, is ze
in slaap gevallen.
Zondag 19/8
Ik neem afscheid van al die hartelijke, vriendelijke mensen die komen
uitzwaaien. Olivers vader gaat voor in gebed. In de vijfpersoonswagen,
volgepakt met bagage, zijn we met zeven volwassenen, een baby en een kip, die
een plastic tasje als broek aankrijgt. Voor de poten zijn gaten gemaakt. Ze
gedraagt zich de hele reis voorbeeldig. De rit voert eerst over een hobbelige
onverharde weg, door een magnifiek heuvelachtig landschap met veel kopjes, grote
min of meer afgeronde rotsblokken. Ik moet mijn geografische kennis eens
opfrissen. Is het savanne, steppe, pampa? Olivers moeder die meereist, voorziet
ons van in de schil gekookte zoete aardappels, die ze in krantenpapier warmhoudt.
Ze smaken voortreffelijk.
In Harare aangekomen, kleed ik me snel aan om naar de
middagdienst in de kerk te gaan. Helaas is er geen dienst, vanwege een
conferentie. Ik ga mijn koffers reorganiseren en maak een lijstje van wat ik nog wil doen en
kopen, voor zover het te krijgen is.
Maandag 20/8
Agnes met Takudzwa op de rug, en ik gaan naar de
stad. Van het lijstje komt niet veel terecht. We gaan in de rij staan. Er is
ergens verse melk te krijgen. Maximaal twee pakjes van een halve liter per
persoon. We maken vier pakjes buit. Daarna gaan we gezellig pizza eten.
Wil je het gedrang bij de bus enigszins
ontlopen, dan moet je tussen 10.00 en 15.00 uur reizen. Ik
vind het zonde de stad te verlaten, dus raad ik Agnes aan met Takudzwa naar
huis te gaan terwijl ik het centrum weer induik. Ik loop tot mijn verrassing
tegen interessante winkels aan. Als die sluiten, ga ik naar het internetcafé.
Ik benut de tijd om het verslag te mailen tot ze dichtgaan om 21.00uur. Als ik
naar de busstop wil, die Agnes me had aangewezen, loop ik eerst twee keer de
verkeerde richting uit. Het is donker op straat. Alleen bij een goed verlichte
winkel kan ik de plattegrond in mijn reisgids raadplegen. Toch voel ik me
helemaal niet onveilig.
Als ik eindelijk het goede punt bereik, staat er een pick-up waarvan de open
laadbak al uitpuilt. Ik wring me er nog bij, maar vind het wel eng op de rand
met nauwelijks houvast. Als zich nog iemand er tussen wringt, ga ik maar
bovenop hem zitten. Ik hoop en bid dat hij niet valt. Als er wordt gestopt om
het geld voor de rit te incasseren, valt hij wel, maar wordt gelukkig
opgevangen. Ik was al gaan staan, dus val ik niet mee. Op een gegeven moment
maakt de chauffeur rechtsomkeert. Wat is er nu weer aan de hand?
Politiecontrole. Hij heeft natuurlijk teveel passagiers en mogelijk helemaal
geen vergunning. Een vrouw vóór mij vaart tegen me uit. Mijn knieën en tenen
priemen ongenadig in haar derrière. Het is de eerste keer, dat iemand mij
onvriendelijk bejegent. Als iedereen zo vriendelijk is, ga je het al gauw
idealiseren, terwijl er natuurlijk ook wel onaardige mensen zijn. Ik denk bij
mezelf, dat ze niet moet zeuren, want met dat enorme achterwerk en haar bagage
neemt ze heel wat ruimte in beslag. Ik zeg haar dat ik mijn best doe om niet op
haar te gaan liggen. Als er mensen zijn uitgestapt en wat meer ruimte is
vrijgekomen, vraag ik haar of ze goed zit. Tot mijn opluchting heb ik
een plek op de bodem bemachtigd. Kennelijk heeft ze aan mijn accent gehoord, dat
ik geen Zimbabwaanse ben. Ze is allervriendelijkst, wil weten waar ik vandaan
kom, waar ik naartoe ga, en zorgt ervoor dat ik op het juiste punt uitstap.
Vlakbij moet zij er ook uit en blijft wachten, tot ik de poort heb bereikt waar
Gilbert al ongerust staat te wachten. Ik heb al spijt van mijn negatieve
gedachten van daarnet.
Ik wilde de familie een sms sturen om hen gerust te stellen, maar had daar
geen gelegenheid voor. Ze verwennen
me met lekkere hete thee. Het eten sla ik beleefd af. Agnes begrijpt het, want
we hadden ons eerder tegoed gedaan aan een megapizza. Haar bestelling had ze
zelfs meegenomen, omdat ze die niet op kreeg.
Ik tel mijn laatste miljoenen. Kan niet in slaap komen na het avontuur. Ik
bedenk, dat als je hier van het openbaar vervoer gebruik maakt, je nauw
fysiek contact met wildvreemden voor lief moet nemen. Met een taxi ben je wel
dertig keer duurder uit. In Nederland zijn we altijd onze grenzen zo ruim
mogelijk om ons heen aan het afmeten en angstvallig aan het bewaken.
Dinsdag 21/8
De laatste boodschappen in de stad en nog een keer naar het internetcafé
staan vandaag op het programma. Het lukt aardig, op de Amarula na, en een
kunstzaak die ik niet terug kan vinden. In het internetcafé zullen ze me
missen, zeggen ze.
Vanavond ben ik blij, dat ik met een bus naar huis ga,
ook al moet ik ongemakkelijk ingeklemd staan. Eerlijk gezegd: op de laadbak van
de pick-up van gisteren was avontuurlijk, maar best wel beangstigend. En wat was het koud in
mijn mouwloze shirt. Het ontging me echter niet, dat we bij helder maanlicht
reden, hoewel hij pas halfvol was. Jammer dat ik de volle maan niet meer
meemaak. Die schept een heel speciale sfeer en is zo helder, dat je bij het
licht ervan kan lezen.
Woensdag 22/8
Ik zit al uren. Drie lieve buurmeisjes doen vlechten
in mijn haar. Om 9.30 uur zijn ze begonnen. Rond 12.30 uur houden we een korte
pauze voor de lunch, die zij breakfast noemen. Voor mij is het ontbijt de
pindakaasmaïspap, waarmee Agnes me elke ochtend verwent. We zitten en staan
gezellig onder een boom, met zicht op de doorgaande weg met veel passanten. Er
is behoorlijk wat aanloop van andere gezinsleden en kennissen, die een praatje
komen maken. Het vlechten gaat echter gestaag door. Als het donker wordt,
verhuizen we naar de slaapkamer. Rond 20.00 uur is de klus geklaard. En wat een
klus.
Die
meiden zijn onbetaalbaar.
Allemaal Vlechtjes Ook mannen kunnen er wat van
Mijn koffer is al ingepakt. Alleen het suikerriet dat
ik morgenochtend haal, en de kleren die ik aan heb, moeten er nog in. Het is de
laatste avond met de familie. Agnes verrast me met peanutbutter rice. Ik vind
het heerlijk. Van Maline, haar hulp, krijg ik mooie zelfgehaakte kleedjes.
Donderdag 23/8
Ik heb slecht geslapen. Mijn haar zit nog te strak, maar over een paar
dagen is het leed geleden. Het suikerriet is gehaald en ik hak de stengels in
handzame stukken. Ik kan mijn koffer niet we- gen, maar weet ook zo wel, dat hij
veel zwaarder is dan de toegestane 20 kg. Eén van mijn voornemens aan het begin
van het jaar was, dat ik nooit meer met overvracht zou reizen. In ja- nuari/maart
naar Suriname vice versa heb ik me daar keurig aan gehouden. Op de heenreis
naar Zim was het al goed mis. Het geluk was aan mijn kant, want er is toen niet
eens een op- merking over gemaakt. Integendeel! Ik kreeg aan de balie alle vlechtjes medewerking, om aan de strenge regels in Londen te voldoen. Nu hoop ik
natuurlijk op hetzelfde geluk. Het is maar wie je er treft.
Agnes zet een gospel cd op, die Gilbert voor me heeft
laten branden. Dezelfde als toen ik met haar en Maline danste. Voor de spirit,
zegt ze. We kunnen het weer niet laten en dansen voor het laatst. Nu heb ik de
pasjes door.
Gilbert
houdt een toespraak met heel veel goede wensen. Dan gaan we in gebed, nadat zij
en de kinderen een lied hebben gezongen. Maline gaat eerst voor in het Shona,
daarna Agnes in het Engels. Ze vraagt God serieus om mij weer te laten komen,
zodat ik meer cadeautjes kan brengen. Ik schiet bijna in de lach. Al met al is
het een ontroerende afsluiting van een fantastisch verblijf bij hen.
Om 11.45 uur ga ik inchecken. Gilbert, Agnes en de kinderen
wachten in de hal. Ik heb met hen afgesproken, dat ze het suikerriet weer
meenemen, als het niet mee kan .Mijn koffer is 15 kg te zwaar. Ik mag er 5
uithalen en in mijn handbagage doen. Maar nu moet ik er wel mee sjouwen. Och,
ik heb het er voor over. Wil in Johannesburg nog Amarula en biltong kopen. Die
zijn in Zim niet te krijgen, ook niet op de luchthaven.
De biltong, gekruid en gedroogd vlees, lukt wel, maar
alle reizigers die Londen aandoen, wordt de Amarula afgeraden. Op de vlucht zal
ik bij het serveren van dranken daarvoor kiezen. Je krijgt dan van die
miniflesjes, waarvan ik al twee heb verzameld.
Nu ben ik in Johannesburg. De vlucht naar Londen heeft wat
vertraging. Ik zit al op mijn plek aan het gangpad als een jong Nederlands stel
hun plaatsen naast mij en bij het raam inneemt. Zij spreekt me steeds in het
Engels aan en geeft me allerlei aanwijzingen; hoe ik de seatbelt moet
vastmaken, hoe de afstandsbediening voor de tv werkt enz. Hallo! Ik nader
duidelijk Nederland waar de onwetende even de onwetende zal onderrichten. Ook
eigen schuld, want ik houd me van de domme. Heb nu toch weinig zin in
conversatie. Die aardige Zuid-Afrikaanse steward wil graag weten, waar ik
vandaan kom en welke taal ik spreek. “Dutch” fluister ik hem toe. “Dutch?” gilt
hij verbaasd. Mijn buurvrouw zegt de hele vlucht geen woord meer tegen me. Vervolg en slot:
Op Heathrow heerst een volslagen security madness. Te
gek voor woorden. Och, ze doen het niet voor niets. Ongemakkelijk is het wel.
De monitors zijn buiten bedrijf. Reizigers die een aansluitende vlucht moeten
halen, raken gestresst. Gestresst! Hoi, ik ben weer in het westen. Mijn
buurvrouw scheldt luid op haar vriend, omdat hij niet snel genoeg voortmaakt.
Ik sjouw me een ongeluk. Stouw alle tassen in de
stevige plastic tas, die ik op de heenreis op advies van de baliemedewerkster
in een winkel vroeg. Nu heb ik volgens voorschriften maar één stuk handbagage.
Mijn cameratas geldt hier niet als extra vrijdom zoals op andere luchthavens.
Voor geen goud geef ik die in de koffer mee. Mijn rugtas, de cameratas en nu
ook het suikerriet zitten dus in één tas, die het natuurlijk begeeft.
De balie van South African Airways is niet bemand.
Iedereen wil weten, bij welke gate hij moet zijn. Het is erg druk aan de
bemande balies. Op mijn boarding pass staat het getal 30. Ik ga dus naar
terminal 1, gate 30. Op een bordje zie ik dat het nog 10 minuten lopen is met
de zware kapotte tas op mijn heup. In het hele gebied is geen karretje te
bekennen. Dat schijnt zo te horen. Je mag toch maar één stuk handbagage mee.
Plotseling zie ik tot mijn verbazing een kar bij één van de taxfree shops. Ik
aarzel niet en laad mijn spullen erop. Het is 8.30 uur. Bij een andere shop,
waar volop Amarula te koop is, mag je al gratis proeven. Goede business;
je mag die immers niet van elders meenemen. Nou, als die hier te koop is, zal
de slijter in Nederland hem ook wel hebben.
Ik wacht een poos bij gate 30. Schijnt toch niet de
goede te zijn. Of wel? Er staat een medewerkster van British Midland. Mijn
reisschema geeft aan, dat het laatste traject met een vliegtuig van deze
maatschappij wordt afgelegd, dus wend ik me tot haar. Ongeduldig wuift ze me
weg, want op mijn boarding pass staat SAA, South African Airways. Ik heb geen
zin om met haar in discussie te gaan. Aangezien ik over het gemak van het
karretje beschik, zoek ik het zelf wel uit. In het andere geval had ik haar op
haar klantonvriendelijkheid gewezen. Als ik terugloop, doen de monitors het
weer. De juiste gate is snel gevonden. Daar vraagt de dienstdoende beambte
geïrriteerd hoe ik aan die kar ben gekomen; “They’re not supposed to be available.”
“Ergens gevonden en daar was ik heel blij mee”, antwoord ik.
De reis tot thuis verloopt verder voorspoedig.
Allereerst verlang ik naar een douche. Ben ruim een etmaal onderweg geweest. De
afhalers maken het zich gemakkelijk in de tuin met… suikerriet. Dat vinden ze
ook lekker.
Na de douche voel ik me weer mens. De koffer kan nu
worden uitgepakt.
Mijn onbetaalbare zoon is intussen gearriveerd. Hij
gaat met de geheugenkaart uit mijn camera, waarop de opnamen door Daisy zijn
verwijderd, achter de computer. Na een poosje heeft hij alle bestanden terug.
Dat het een en ander niet helemaal legaal gebeurt, daar kijk ik met weinig
schuldgevoelens naar. Ik ben maar al te blij. Het is de tweede keer dat die
opnamen gered worden. Op de laatste dag in Harare hoorde ik achter mij op
straat in het Shona roepen. Ik had er dus geen erg in dat het mij betrof.
Dezelfde camera was ongemerkt uit mijn tas gevallen en werd me nagebracht.
Dank, dank, eerlijke vinder. Dank, lieve zoon.
Eerlijk was ook die busconducteur toen ik van Harare
naar Vic Falls reisde. Gilbert had mij de reiskosten genoemd en aangezien je
met zoveel biljetten moet betalen, had ik het bedrag vooraf uitgeteld. Ik gaf
de hele bundel aan de conducteur. Hij gaf me bijna de helft terug met het
advies die meteen in mijn tas te stoppen.
Woensdag 29/8
Nu ben ik alweer bijna een week thuis. In gedachten
vertoef ik nog vaak in my beloved Zimbabwe. Vrijwel dagelijks wisselen Agnes,
Daisy en ik sms-berichten uit. Terwijl ik dit schrijf, beluister ik éénvan
de meegenomen cd’s en geniet weer van die schitterende zang.
Bye Zim! Dank vriendelijke mensen!
By the grace of God I’ll be
back someday.
Giro 9681502 t.n.v. M. Pickering te Nieuwegein
o.v.v. Mango irrigatieproject
RECEPT
Sadza ne muriwo
(maïspap met stew)
Voor 2 personen:
150 g fijngemalen maïsmeel 375 ml koud water Snufje zout Klontje boter indien
gewenst
Roer ¼ van het maïsmeel
met 125 ml water tot een papje. Breng het resterende water
aan de kook met een snufje zout. Voeg het meelmengsel toe,
draai het vuur laag en kook dit 5 min.
onder voortdurend roeren. Roer het resterende meel
door de massa en laat deze afgedekt 3 min koken. Roer vervolgens krachtig, om
eventuele klonten te verwijderen. Blijf roeren tot de pap dik maar nog vochtig
is. Laat de pap afgedekt nog 5 min koken boven laag vuur. Roer desgewenst de
boter door de pap.
Stew
voor 4 personen:
2 eetlepels arachide of
andere plantaardige olie 2 middelgrote uien,
fijngehakt 2 tenen knoflook, uitgeperst 1 theelepel zout 1 theelepel zwarte peper 1 verse groene chilipeper,
zaad verwijderd, fijngesneden 450 g stoofvlees in blokjes (rund, varken, soepkip,
schaap of geit) 3 grote tomaten, ontveld
en kleingesneden 3 eetlepels pindakaas met
stukjes noot, liefst zelfgemaakt 750 ml water 1 grote aardappel,
geschild en kleingesneden, gesneden wortels en verse of diepvries doppertjes.
Verhit de olie en bak
hierin de uitjes goudbruin. Voeg knoflook, zout, peper en chilipeper toe. Roerbak 2 – 3 minuten.
Voeg de stukjes vlees toe en roerbak ze in 5 min rondom bruin. Voeg tomaten,
pindakaas en water toe. Laat het gerecht in ca 45 min of langer (afhankelijk
van het soort vlees) gaar stoven op laag vuur. Voeg de kleingesneden aardappel,
wortels en doppertjes toe en laat verder stoven. Maak op smaak af en
serveer met maïspap.
NB Voeg melk, pindakaas en suiker aan de maïspap toe en je hebt porridge voor het ontbijt.
Kook rijst, zachter dan
normaal. Roer pindakaas erdoor en je hebt peanutbutter rice.
Kudya Zvakanaka ( eet smakelijk)!
EINDE
Hieronder is er ruimte voor reakties op bovenstaand artikel. Iedereen, ook broederlief, mag reageren. Als
uw boodschap een verhaal is op zichzelf, langer dan 15 regels, maak dan
alstublieft gebruik van het contact formulier. Misschien
plaatsen wij het dan een volgende keer als hoofdartikel hierboven.
WAT DE LEZERS VONDEN
Wed, 27 Feb 2008 16:41:49 -0500
Prachtig verhaal. Het leest heel makkelijk. Het heeft mij nieuwsgierig gemaakt naar afrika. Goed gedaan Margot.
Blessies Sonja Dapaloe Nederland Thu, January 30, 2008
Heel interessant en leuk verzorgd. Ga zo door Margot en succes met je project!
Groetjes, Shirley Beepat, Curacao
REAGEER :
|
|