HOME > FU MEMBRE > KERKGESCHIEDENIS > EBGS 275 jaar < U bent hierEVANGELISCHE BROEDERGEMEENTE IN SURINAME
275 JAAR
Op 20 december 2010 herdenkt de Evangelische Broedergemeente in Suriname
haar 275 jarig bestaan. Activiteiten in verband met dit heugelijk feit zijn
reeds aan het begin van de Hernhuttermaand (augustus) van start gegaan. Zo
klonken de kerkklokken van de Grote Stadskerk (Mamakerki) bij de openingsdienst
i.v.m. de festiviteiten, begin augustus.
Oorsprong
De Evangelische Broedergemeente (Unitas Fratrum), waarvan de leden ook wel de
Hernhutters of de Moravische Broeders worden genoemd, zijn een piëtistische
opwekkingsbeweging daterend uit de eerste helft van de 18e eeuw. De
Evangelische Broedergemeente is wereldwijd in 30 landen aktief en telt ongeveer
één miljoen leden, waarvan de helft in Afrika.
Ongeveer 50% van de afro-Surinamers in Suriname is lid van de Evangelische
Broedergemeente. Daarnaast komen de leden uit alle bevolkingsgroepen van
Suriname.
Zinzendorf
De drijvende kracht achter de Evangelische Broedergemeente was Nikolaus
Ludwig Graaf von Zinzendorf (1700-1760). Zinzendorf maakte als staatsman
vele reizen door Europa en maakte van de gelegenheid gebruik het Evangelie van
Jezus Christus uit te dragen. De EBG is in 1722 door hem gesticht, toen hij
voor enkele Europese vervolgde Moravische broeders op zijn landgoed
Berthelsdorf (Saksen/Duitsland) het dorp Herrnhut bouwde. Hij stelde zijn
beweging "unter des Herrn Hut" ("onder de hoede van de
Heer") vanwaar ook de naam van deze beweging afkomstig is. Zinzendorf was
wars van allerlei onenigheid over dogmatische geloofspunten en wilde terug naar
een levend en oprecht geloof in de Heer Jezus Christus. Hij streefde ernaar een
hechte eenheid onder de christenen die op zijn landgoed woonden te
bewerkstelligen.
Opwekking
Op 13 augustus 1727 vond tijdens een avondmaalsviering in Herrnhut het
begin van een opwekking plaats, waarbij gelovigen intens verdriet toonden over
hun zonden en elkaar vergeving vroegen en schonken. Er wordt weleens gezegd dat
dit de grootste opwekking na Pinksteren in Jeruzalem moet zijn geweest. Hieruit
is een enorm zendingsbewustzijn ontstaan. Vanuit de gemeente in Herrnhut
trokken honderden jonge mannen en vrouwen de wereld in om het Evangelie aan
andere volken bekend te maken. Wie meer wil lezen over deze opwekking zou
het boek "Kracht van Omhoog" of in het engels: "Power from on
high" geschreven door Rev. John Greenfield, moeten lezen.
Suriname
In Suriname is de Evangelische Broedergemeente het grootste protestantse
kerkgenootschap met zo'n 60.000 leden. Het werk begon op 20 augustus 1735 met
de komst van de eerste Duitse zendelingen t.w. George Bergwig, George Piesch
en Cristoph von Larisch. Er is in eerste instantie veel werk verricht onder
de toenmalige negerslaven.
Evangelieverspreiding en zaken doen
Het Evangelie werd door de zendelingen vooral voorgeleefd en daardoor
waren ze geloofwaardig. Zinzendorf had bij vertrek uit Duitsland als instructie
aan hen meegegeven: "als je slaven wil bereiken, moet je bereid zij zelf
slaaf te worden." Er werden vrijgekochte slaven in dienst genomen
die men naast lezen en schrijven ook een vak leerde. Zo begon de EBG-firma
Kersten met twee ex-slaven, die van de zendelingen het kleermakersvak leerden;
later voortgezet met twee anderen die tot bakkers werden gevormd. Zo ontstond
de Kersten bakkerij. Verder groeide dit bedrijf uit tot wat het nu geworden is:
de Kersten Holding Company met verschillende werkmaatschappijen,
w.o. Het Warenhuis, BEM, TWS, CKC Motors, CKC Machinehandel/SURMAC,
ALGINCO, HOTEL KRASNAPOLSKY, BERG EN DAL RESSORT, MEDICARE, VENSUR, INCOM. Alle
EBG bedrijven in zowel Suriname, Curacao, St. Maarten, USA en Europa zijn
onderdeel van "The Moravian Church Foundation". Voor meer
informatie is het boek "Zending, Zaken en Bezinning" geschreven door
Albert Helman, een aanrader.
Sociaal pedagogisch werk
Naast het stimuleren van mensen tot het dienen van de Heer met 'hart, mond en
handen', werd ook veel geïnvesteerd in het oprichten van Scholen en
andere Opleidingsinstituten. Tevens werd de Medische Zending een
belangrijk onderdeel in het werk. Verschillende Ziekenhuizen en
Poliklinieken werden zowel in Paramaribo als daarbuiten (binnenland)
opgezet. Het Diakonessenhuis werd samen met andere protestantse
kerken opgericht en Huize Albertine is nog steeds een thuis voor vele
Seniore Burgers. Het kinderhuiswerk, het Theologisch Seminarie,
waar predikanten worden gevormd en het Jeugdcentrum zijn eveneens
werkarmen van de Evangelische Broedergemeente.
Bij 275 jaar Evangelische Broedergemeente in Suriname past een oude
kerkhistorische uitspraak:"Soli Deo Gloria!"(alleen aan God alle
eer!)
Carl Breeveld
Nadere info: www.moravianchurch.sr
GROTE STADSKERK der
EBGS 230 JAAR
31 mei 1778 - 31 mei 2008
Prijze Masra joe mi zieli; alasani, disi de na mi ini,
moe prijze Hem Santa nem!
Prijze Masra, joe mi zieli; no vergiti ala da boen
disi Hem ben doe joe! Ps. 103:1,2
Op zaterdag 31 mei 2008 bestond de Grote Stadskerk aan de Steenbakkerijstraat
21 te Paramaribo, 230 jaar.
De geschiedenis van de EBGS gaat terug tot 7 augustus 1735 toen de eerste
Hernhutterzendelingen George Piesch, Georg Berwig en Heinrich Christof van
Larisch hier voet aan wal zetten. Het is duidelijk dat ze hier waren ter
verkondiging van het evangelie. Dit geschiedde onder zeer moeilijke
omstandigheden, zelfs zo erg, dat hun missie niet geheel als geslaagd kon
worden beschouwd. Reden waarom ze terugkeerden naar hun land. Het zendingswerk
zou echter hoe dan ook moeten worden voortgezet.
Begin 1765
Begin november 1765 kwamen de broeders Johan Christof Schmidt, Johan Gottlieb
Krohn en Christoph Kersten aan in Paramaribo. Ze waren van Herrnhut uitgegaan
om het zendingswerk voort te zetten. Twee jaren later en wel op 27 februari
1767 betrokken zij het huisje en ruim erf aan de Steenbakkerijstraat/hoek
Maagdenstraat (waar thans het hoofdkantoor van de EBGS is gevestigd). Op de
zolder in een kamer van 6 x 8m werd alvast kerk gehouden. De gemeenteleden
bestonden grotendeels uit slaven. Na veel inspanningen kon op deze kamer de
35-jarige negerslaaf en kleermakersassistent Christiaan Cupido als eerste
bekeerling worden gedoopt door Christoph Kersten. Dat was op 21 juli 1776.
Daarna werden nog in hetzelfde jaar achttien personen gedoopt, van wie vier tot
het Heilig Avondmaal konden worden toegelaten. Dit was het begin van de
Creolengemeente in Paramaribo. (De zendingsfirma Kersten, gesticht door de
zakenman/kleermaker en zendingsleider Christoph Kersten in 1768 bestond toen
reeds tien jaren).
Het eerste kerkgebouw
De ruimte op de zolder was inmiddels vanwege de groei van de gemeente te klein
geworden , daarom werd besloten om een echt kerkgebouw op te zetten. Dit eerste
gebouw werd toen gebouwd op dezelfde plaats waar thans de Grote Stadskerk
staat. De plechtige inwijding was op 31 mei 1778. Om 9.00 uur 's morgens werd
liefdemaal gehouden met de gemeente, die inmiddels tot 52 zielen was aangegroeid.
In zijn inwijdingsgebed droeg zendeling Kersten het Godshuis aan God op. In de
namiddag hield hij een preek over het woord uit Haggai 2:10. "In deze
plaats zal ik vrede geven, spreekt de Heer der heerscharen". Met deze
inwijding is de geschiedenis van de Grote Stadskerk begonnen.
Ruimte te klein geworden
Reeds in het tweede jaar moest het kerkgebouw worden vergroot vanwege de
toename van het aantal leden. Er waren echter geen middelen voor. De leden
waren echter zeer bewogen en werkten spontaan mee aan extra collectes en andere
vrijwillige bijdragen. Voor hun was het namelijk van enorm belang dat de
preekbeurten en de avondmaalsvieringen steeds voortgang hadden, aangezien zij
daaruit kracht en troost vonden. En ja... zodoende was het mogelijk om met de
vergroting een aanvang te maken. De inwijding vond plaats op 10 april 1813. In
1824 was de totale schuld afgelost.
Nieuw kerkgebouw
In 1827 was het aantal gemeenteleden aangegroeid tot meer dan 1600 (in
tegenstelling tot 277 in het jaar 1781). Toen kon er niet meer gedacht worden
aan vergroting van de ruimte, maar aan een geheel nieuw kerkgebouw. De eerste
steen daarvoor werd gelegd op 21 juli 1827. De inwijding van het gereedgekomen
gebouw vond plaats op 21 juli 1828 door Praeses W.Ch. Genth.
In 1847, 1869 en 1870 vonden er grote veranderingen plaats. Na de verbouwing
van 1917 werd in 1926 een aanvang gemaakt met een grote restauratie.
De veranderingen
De middendeur van de straatzijde, die
eerder niet aanwezig was, werd aange-
bracht, met daarboven het 'geboorte'
getal 1778 en de tekst: 'God is liefde'.
Het dak kreeg de huidige vorm. De kan-
sel werd voor het eerst gebruikt op 21
augustus 1870. De galerijen, zogenaam-
de binnenbalconnen, werden aange-
bracht. De ruimte daarboven werd deels
gebruikt als woongelegenheid van enke-
le zendelingen en voor kerkelijke doel-
einden. De tekst uit Psam 103:1 en 2,
namelijk "Prijze Masra, joe mi zieli", en-
zovoorts, werd rondom de balconnen
in vergulde letters aangebracht op 21
juli 1878. Het orgel dat door de firma
Weigle in Stuttgart was geleverd, vond
een plaats boven. Het werd
een grote
gebeurtenis toen op 27 mei 1870 de
vijftig kisten, waarin het orgel
verpakt was, van de mailsteiger werden gehaald. De ezelkar, die de eerste kist
bracht, was met bloemen versierd en werd met gezang ontvangen. De 26ste juni
werd het orgel plechtig ingewijd. Boven de klokketoren achter het kerkgebouw
hangt nog steeds (sedert 1861) een zwaar gegoten kerkbel vervaardigd door de
Duitser Fredericht Gruhl in Kleinwelke, Saksen.
De betekenis van de kerk
De betekenis van de Grote Stadskerk is in Suriname van niet te onderschatten
waarde. De Grote Stadskerk is de kerk waar op 1 juli 1863 de Emancipatiedienst
op feestelijke wijze werd gehouden en de vrijgekomen slaven in Suriname God
hebben aangeroepen en gedankt voor de door Hem geschonken vrijheid. Vanuit dit
kerkgebouw gingen honderden broeders en zusters de vrijheid tegemoet.
Verder wordt dit kerkgebouw ook gebruikt voor concerten, muziekensembles,
korenfestivals, enzovoorts.
Het eerste, oudste en grootste kerkgebouw van de EBGS met een capaciteit van
meer dan duizend personen is niet alleen een kostbaar bezit van de EBGS, maar
ook een historisch nationaal monument van Suriname.
De Grote Stadskerk heeft een bakstenen 'basement' en is verder geheel van hout,
hetgeen voortdurend onderhoud vereist. Een kerkgebouw behoort te allen tijde in
een goede staat en conditie te verkeren. Een fraai uitziend kerkgebouw nodigt
immers kerkbezoekers uit.
De organisatie
De organisatie van de Grote Stadskerk is reeds enkele jaren in handen van een
Gemeentebestuur, bestaande uit elf personen. De Gemeente telt vandaag ongeveer
600 leden, van wie bijna de helft contribueert. Het bestuur dat in de eerste
plaats aan het Regionale Bestuur rapporteert, wordt in zijn werk ondersteund
door commissies. Er is een zondagschool, die door meer dan vijftig kinderen
wordt bezocht. Het gemengd koor Comenia (waarmee bijna 60 jaar geleden is
begonnen) is ook aan de kerk verbonden.
De kerkdeuren zijn gedurende het hele jaar elke zaterdagavond en zondagmorgen
open. Op de zaterdag worden zangdiensten gehouden (Nederlands, Surinaams, als
ook Aria) en op de zondag preekdiensten. Bijzondere diensten worden ook
gehouden zoals de viering van het Heilig Avondmaal, Doop, zo ook op bepaalde
Christelijke feestdagen en sommige nationale feestdagen. Soms worden er ook
dankdiensten gehouden, enzovoorts. Catechesatie-lessen worden verzorgd,
bidstond en Bijbelstudie worden des dinsdags gehouden.
Onderhoud
Het is niet eenvoudig om dit gigantisch bouwwerk te onderhouden. Er is
ontzettend veel inspanning voor nodig. Dankzij echter de genade van de Heer,
zijn het bestuur, de goed ondersteunende gemeenteleden en andere kerkbezoekers
in staat het geheel goed in stand te houden.
Nieuw orgel
Intussen was het nodig geweest de kerk van een nieuw orgel te voorzien. Dit
orgel dat besteld is in de Verenigde Staten van Noord Amerika en 62.700 US
dollars kost, is inmiddels in Suriname aangekomen en door de inmiddels uit de
Verenigde Staten in Suriname gearriveerde technicus op de juiste plaats in de
kerk geïnstalleerd. Een deel van het bedrag is reeds betaald, mede dankzij de
grote inspanningen van bestuur en gemeenteleden. Er zal hard moeten worden
gewerkt om het saldobedrag af te lossen. De leden van de Grote Stadskerk doen
hun offergave altijd met een blijmoedig hart. Daarom zal het met Gods genade
wel gaan. Hulde aan hen allen en aan andere personen die de kerk bezoeken.
Tegenwoordig is de Grote Stadsgemeente geen 'creolengemeente' meer, doch
bestaat uit een diversiteit aan bevolkingsgroepen. De Grote Stadskerk is
gesitueerd in het Stadscentrum, namelijk de Steenbakkerijstraat en bevindt zich
dus heden ten dage in een zakenwijk. De gemeenteleden komen vanuit verschillende
wijken, zoals binnen de kom van de stad, de rand van de stad, maar ook uit de
distrikten.
Feestcomité
Een door het bestuur ingesteld comité is bezig aan de samenstelling van een
feestprogramma. Het is echter begrijpelijk dat, gezien de hoge schuld, de
viering sober zal worden gehouden.
Het Gemeentebestuur van de
Grote Stadskerk
Bericht geplaatst juni 2008