WI LOBIWAN
(ONZE GELIEFDEN)
Deze pagina is opgericht in liefdevolle herinnering aan hen,
die ons zijn voorgegaan naar de Here.
Informatie over plaatsing
#ELSA MARIETJE GULLIT-PICKERING
1929 - 2005
Op 7 november 2005 ging het nieuws rond: Zuster Ilse Gullit was overleden. Velen in de Gemeente Maranatha hebben Zuster Gullit gekend als een vurige, bijna fanatieke en trouwe volgelinge van Christus; een vrolijke zuster, die altijd uit volle borst zong en tot iedereen vrijmoedig sprak van haar Heiland. Zij zong flink mee in "de Maranatha express"; zo werden de trams die van het Centraal Station te Amsterdam richting gemeente Maranatha rijden, schertsend genoemd vanwege de vele gemeenteleden, die er tegelijk gebruik van maken. Zuster Gullit maakte deel uit van de strijdersgroep van de Gemeente, die na de kerkdiensten de zware geestelijke noden nog extra voor Gods aangezicht bracht.
Ilse, zoals ze algemeen bekend stond, en Ettie voor
naaste familieleden, was de tweede van drie zusters,
uit een gezin van vijf kinderen. Ze werd geboren op
6 april 1929, te Waterloo in het distrikt Nickerie en
was de tweelingzuster van George Pickering, die vijf
jaren vóór haar overleed.
Op één na waren al haar broers en zusters onderwij-
zers, en Ilse heeft veel in de distrikten gediend.
In Nickerie ontmoette ze in de vijftiger jaren, op de Spangenbergschool, Iwan Gullit, een collega en zoon
van wijlen de inspekteur van onderwijs, Charles
Gullit. Met Iwan trad zij op haar vijfentwintigste in
het huwelijk. In hetzelfde jaar werd hun zoon, Jerry, geboren. Iwan en Ilse vertrokken naar Nieuw-Zorg aan de Commetewane kreek, waar ze een aantal jaren met zijn beiden de kinderen van het dorp van onderwijs voorzagen. Iwan verzorgde tevens, als hulppredikant van de EBGS, de zondagse kerkdiensten voor de dorpelingen, in het schoolgebouwtje. Het echtpaar werd in 1959 gezegend met een dochter, Charita.
Na Nieuw Zorg werden ze gestationeerd te Bersaba in het distrikt Para, waar ze ook enkele jaren dienden, voordat ze naar Paramaribo verhuisden.
In 1970 legde Ilse, door zielenood gedreven, haar leven op het altaar van God en beloofde zij, Hem voor altijd te zullen volgen; een belofte waar zij zich met hart en ziel aan gehouden heeft. Kort daarna vertrok zij met haar man naar Nederland, waar ze, na enige tijd de diensten van Broeder Maasbach in Den Haag en Amsterdam te hebben bezocht, zich aansloot bij de Gemeente Maranatha te Amsterdam. In haar tijd bij deze gemeente groeide Ilse in een diepe relatie met de Heer.
Conferenties op het Christelijk Conferentieoord "De Bron" te Dalfsen werden door haar, in de jaren zeventig en tachtig, zeer graag en trouw bezocht. Ze ging er vaak met een groepje vrienden uit de Gemeente naartoe. Vrienden maakten overigens een belangrijk deel uit van haar leven. Op verjaardagen was haar huis altijd vol vrienden, die met haar de Heer kwamen grootmaken.
Zuster Ilse hield van dieren. Haar leven lang heeft ze één of meerdere huisdieren gehad. In Nederland hield ze het, vanwege de woonsituatie, op een kat en een vogel.
Ze had ook gevoel voor humor. Toen haar nichtje eens opmerkte, dat de kat Snoetje, na jaren eenkennig te zijn geweest, nu gelaten de aaitjes van vreemden toestond, antwoordde Ettie met een lach: "Snoetje is bekeerd."
Ettie sloeg haar "morgenwijding" nooit over. Zelfs haar parkiet Pietje deed dansend op zijn stokje mee, wanneer ze 's morgens luidop zong "Ja, God is goed!"
Hoewel Zuster Gullit al jaren niet meer in Suriname woonde, is ze bij vele Surinaamse gelovigen, die tijdens hun vakanties in Nederland de diensten in Maranatha bezochten, bekend.
In de laatste jaren, toen haar lichaamskrachten
begonnen af te nemen, bezocht Zuster Gullit de
diensten in het Revival Impact Center, een ge-
meente die ontstond uit een wijksamenkomst
van de Gemeente Maranatha.
In 2004 werd ze ziek en kon de diensten niet
meer bezoeken, maar haar morgenwijdingen
hielden niet op.
Vroeg in de morgen op 7 november 2005 mocht
Ettie eindelijk haar geliefde Heer Jezus in de ogen
kijken en haar eeuwige woning bij Hem betrekken.
Wij zien haar in gedachten, met Pietje op haar
schouder en met vele geliefden, die haar voor-
gingen naar de Heer, samen haar lievelingslied
zingen:
"We're together again, praising the Lord."
Namens de familie Pickering,
Lilian Neede-Pickering
#HELOUISE
IRENE VAN WINDT
7
april 1921 - 9 juli 2007
Ze kwam uit een
gezin van zeven kinderen
en werd Rooms Katholiek opgevoed; van
kinds af aan was
ze een trouwe kerkganger.
Ze was getrouwd met
Deodaat Essed, ook uit
een streng katholiek gezin. (Wij, haar kinde-
ren, hebben daarom
een katholieke opvoeding
gehad.)
Ze was een
godsdienstige, sociale en heel
lieve moeder. We hebben een prima
opvoeding
genoten. Mama had altijd een
luisterend oor
voor een ander en stak een helpende hand uit.
Op vijftigjarige
leeftijd stapte ze over naar het
Volle Evangelie en trad toe tot de Gemeente
van
Jezus Christus aan de Petuniastraat te
Zorg en Hoop, Suriname.
Korte tijd
daarna vertrok ze naar Nederland om bij haar kinderen te zijn.
Vanaf dag één heeft Mama
zich toen volledig ingezet voor de Heer.
Ze had het evangelie
goed begrepen. Meer dan dertig jaren heeft ze haar leven in dienst van de Heer
gesteld. Ze had er alles voor over om Jezus aan de mens bekend te maken. Haar
ijver voor het evangelie was groot.
Ze begon bij de
kinderen; hield Bijbelclubs aan huis voor hen.
Ze bezocht
gevangenen, verslaafden, prostituee's, zwervers, zieken in inrichtingen en vertelde hen over Jezus.
Ze ging door weer en
wind, verspreidde foldertjes en andere christelijke bladen op straat, ging ook
huis aan huis om het evangelie te verkondigen.
Velen heeft ze zo
tot de Here geleid.
Al de jaren bezocht
ze trouw behalve de zondagsdiensten elke week de bidstonden en Bijbelstudies. Verder
ging ze ook een keer per week naar de zangoefeningen van haar kerkkoor. Ze was slechts
bezig met haar Heer en Zijn werk.
Toen ze een keer op
vakantie naar Suriname ging, zag ze dat de nood onder de mensen heel groot was.
Ze besloot terug te gaan naar haar geboorteland. Daar was ze ook volop
bezig met evangeliseren en deed er alles aan om de mens tot bekering van zonde
te brengen.
Helaas... wegens
omstandigheden moest ze terug naar Nederland.
Hier zette zij haar
missie voort, totdat het lichamelijk niet meer ging.
Toen moest ze rust
houden in een verzorgingshuis.
Daar stierf Mama op
9 juli 2007, na een kort ziekbed van zes dagen, zonder pijn en met een glimlach
op haar gezicht.
Gerda Essed
In Nederland
Tante
Wiesje of Wiesje, zoals wij haar
allen noemden, was een zeer bijzondere,
sociale,
maar bovenal een zeer Godvre-
zende vrouw, die haar leven in volkomen
overgave
toegewijd had aan God en om
de mensheid te dienen.
Ze
maakte het tot haar dagelijkse taak
om voor Hem te arbeiden.
ONLY
HEAVEN KNOWS...
Hoevelen
zij tot de Heer geleid heeft...
Hoevelen
zij geestelijk en financieel ge-
steund heeft...
Hoevelen
zijin bidden en vasten gesteund
heeft met resultaat...
Hoevelen
zij bezocht in ziekenhuizen, gestichten, bordelen...zomaar op straat,
drugsverslaafden ...en ga zo door...
Ja,
God gebruikte deze eenvoudige dienstmaagd van Hem; door Zijn genade....vonden
zelfs wonderen plaats!
Ze
was natuurlijk niet volmaakt, maar God zoekt naar gehoorzame, gewillige vaten,
wier ogen steevast op Hem gerichtzijn.
Wow, what a woman! Heaven must rejoice over her!
Haar
leven was voor mij een inspiratie en voorbeeld.
Onze
Tante Wiesje heeft een zeer avontuurlijk, vruchtbaar en zinvol leven geleid. Ze
stierf op de gezegende leeftijd van 86 jaar.
Ik
(de familie) zal haar erg missen, maar dit is ons een troost:
EEN
VAARWEL HIER... EEN HARTELIJK WELKOM DAAR!
UNTIL WE MEET AGAIN!
Shirley Beepat-Wimpel
Curaçao
#ELEONORA HILLEGONDA RICHARD
Op 15
januari 2008 overleed zr. Eleonora Richard.
Zij werd
geboren op 23 augustus
1926, kwam op negentienjarige
leeftijd tot geloof in
Jezus Chris-
tus en was lid van de Zevende
Dags Adventisten. In die gemeen-
te
heeft zij de Here en haar me-
demensen trouw gediend, o.a. als diakonesse.
Deze herinneringen
werden door
haar dochter Engracia Gordon
voorgelezen, tijdens de troost-
dienst vóór
de teraardebestelling
op 23 januari 2008.
"Hoewel Philomena, Gerda, Wilfred en
Lloyd
door allerlei omstandigheden
hier niet lijfelijk aanwezig kunnen zijn,
zijn wij
allemaal bedroefd, maar dank-
baar voor wat onze moeder voor ons betekend heeft.
Om te beginnen, de strakke christelijke
opvoeding, die zij ons naar beste weten gegeven heeft. Mijn jongere broer
Lloyd, zei, dat hij juist door deze opvoeding een betere man geworden is. Hoewel we het wellicht niet met zoveel nadruk
doorgegeven hebben, hebben ook wij onze kinderen christelijk opgevoed.
Het voorbeeld van zorgzaamheid gaf ze ons,
door, hoewel haar moeder zwaar dementeerde, tot het einde van mijn oma's leven,
zonder klagen voor haar te zorgen.
Mijn moeder was in Christus een supersterke
vrouw en ze was van niets en niemand bang. Ze vreesde alleen God. Ze had een
sterke wil en was hier en daar te rechtstreeks, maar je wist wel, wat je aan
haar had.
Ze was naar haar kinderen toe aan de ene kant
zeer streng en aan de andere kant ook zorgzaam. Als we ziek waren, was ze druk
in de weer om ons te verzorgen. Zelfs mijn zwangerschap heeft ze vanuit
Suriname begeleid. Mede door haar adviezen heb ik een pijnloze bevalling gehad.
Als kind was ik een moeilijke eetster; ik
hield niet van rijst en bittere groenten. Elke dag kreeg ik rijpe bananen,
cassave enz. En in plaats van bittere groenten, maakte ze voor mij andere groenten klaar.
Ze bezocht vaak zieke mensen en stond altijd
klaar anderen met raad en daad bij te staan.
Mijn neef herinnerde zich van de week nog, dat mijn moeder hem aangespoord had
te trouwen, ter voorkoming dat zijn vrouw en kinderen, bij zijn eventuele dood,
niets zouden erven.
We waren heel arm, "maar", zei mijn moeder,
"de buitenwacht hoeft dat niet te weten."
Dus werden de voorkamer stoelen eenmaal per
jaar geschuurd en gevernist. Ook de vloer werd geschuurd en gepolitoerd. De matrassen werden door haar gemaakt en indien nodig, bijgevuld met kapok. Het
geheel zag er zeer professioneel uit. Het maken van kleding, hoeden, tassen en
andere accessoires was voor haar een fluitje van een cent.
Ze hield ook van planten en dieren. Als kind,
begin jaren zestig, stuurde ze mij naar de drogist om Vitamine B tabletten te
kopen. Gewoontegetrouw stuurde ik haar later vanuit
Nederland voedingssupplementen. Die pillen zijn heel duur. Ik rekende dan ook
uit, hoeveel ze per maand nodig had.
Binnen de korste tijd, meldde ma mij, dat de pillen op waren. Op mijn vraag, hoe dan
kon, antwoordde ze, dat ze de pillen met haar hond deelde.
Mijn moeder deelde graag met anderen.
Een vriend van me zei eens: "Je moeder heeft
grandeur". Ik kan het beamen.
Echter, Mams' wil was wet! Zo stond ze erop, dat ik mij moest laten
dopen. Afgelopen oktober was dat 40 jaar geleden. Jaren later, heb ik haar daarvoor gezegend.
Dat was het beste wat mij overkomen is.
Op mijn 50ste verjaardag vertelde
ze mij, dat ze met opgeheven handen voor haar kinderen en kleinkinderen bad en
Gods barmhartigheid voor ons afsmeekte. Wat er ook in haar leven plaatsvond,
zij bleef volharden in het geloof.
Zalig zijn de doden, die in Christus sterven.
Zij zullen als eerste opstaan. Ik geloof van harte, dat mijn moeder daarbij
aanwezig zal zijn.
Dat zij moge rusten van haar moeite en mogen
haar werken haar navolgen.
Engracia Gordon